een kunstschilder of een beeldhouwer, een
credietovereenkomst enz.
Tenslotte wordt in vele contracten be
paald, dat de betrokken overeenkomst
eindigt bij de dood. Men denke b.v. aan
huurovereenkomsten enz.
De rechten en plichten, ontstaan uit met
de dood eindigende rechtsbetrekkingen,
vóór haar beëindiging, blijven uiteraard
bestaan en gaan op de erfgenamen over.
Zo valt de helft van de ontbonden huwe
lijksgemeenschap aan de erfgenamen van
de overleden echtgenoot toe en behoort
dus tot diens nalatenschap. De erfgena
men van de lasthebber moeten aan de last
gever verantwoorden wat hun erflater
voor de lastgever had ontvangen; zij moe
ten aan de lastgever vergoeden de schade
veroorzaakt door hun erflater en zij moe
ten naar de eis der omstandigheden de
belangen van de lastgever nog blijven be
hartigen. Aan de andere kant hebben zij
recht op het door hun erflater verdiende
loon en op teruggave van de door hem ge
dane verschotten.
De erfgenamen van de overleden maat of
vennoot kunnen rekening en verantwoor
ding en scheiding en deling van de ont
bonden maatschap of vennootschap onder
firma vorderen, tenzij er een verblijvings-
en voortzettingsbeding is gemaakt, in
welk geval het aandeel van de overleden
maat of vennoot op het moment van het
overlijden niet meer behoort tot zijn ver
mogen en dus ook niet tot zijn nalaten
schap.
De erfgenamen van een overleden lid van
een Coöperatieve Vereniging kunnen nog
worden aangesproken voor op het mo
ment van het overlijden reeds bestaande
tekorten; bovendien kunnen zij dikwijls
ook nog gedurende een bepaalde periode
aangesproken worden voor tekorten na
het overlijden ontstaan.
De erven van de vruchtgebruiker moeten
de in vruchtgebruik geweest zijnde zaken
teruggeven aan de eigenaar. De vruchten
tot aan de dood van de vruchtgebruiker
komen echter toe aan de erfgenamen van
de vruchtgebruiker.
De erven van de overleden credietnemer
moeten het debetsaldo voldoen.
b. Familierechten en bestuursfuncties bij
verenigingen.
Deze vererven uiteraard niet. Ouderlijke
macht, voogdij, curatele, het bestuurslid
maatschap vervallen met de dood. Deze
rechten gaan echter dikwijls gepaard met
vermogensrechtelijke aanspraken en schul
den. Een financiële aansprakelijkheid van
een voogd, een curator of een lid van een
bestuur, voortvloeiende uit hun beheer,
gaat wel op de erfgenamen over. Zo ook
de nog aan een overleden voogd, curator
of bestuurslid toekomende vergoedings
rechten. Deze rechten en plichten zijn im
mers van vermogensrechtelijke aard en
vererven derhalve.
c. Publiekrechtelijke rechten erz plichten.
Deze zijn in beginsel persoonlijk en ver
vallen met de dood van de gerechtigde of
de verplichte. Dat is de regel. Men denke
b.v. aan dienstplicht, aan het burgemees
terambt, aan belastingplicht, aan een ver
gunning of een verlof als bedoeld in de
Drankwet of de Tabakswet. (De erfge-
28