RECHT EN WET
De Rechtsgevolgen
van het Overlijden
Het overlijden van een mens is een van de
belangrijkste gebeurtenissen in de maat
schappij, een van de samenstellende delen
van de maatschappij komt aan haar te
ontvallen. Het einde van het menselijk be
staan heeft dan ook gevolgen op ieder ter
rein van het sociale leven, doch in het
hijzonder op het terrein van het Recht.
De hele maatschappij toch is doorweven
met rechtsregels. Men kan in het maat
schappelijk verkeer vrijwel geen stap doen
of men stuit op recht; men sluit overeen
komsten, men verricht andere rechtshan
delingen, men houdt zich aan verkeers-
en andere rechtsvoorschriften. De maat
schappij is als het ware het Recht zelve.
Onder de gevolgen van een ingrijpend
maatschappelijk verschijnsel als de dood
van een mens zijn die, welke gelegen zijn
op het terrein van diens rechten en plich
ten dan ook niet alleen zeer belangrijk,
doch ook zeer talrijk, zo talrijk, dat het
ondoenlijk is al deze rechtsgevolgen te he
spreken. Wij zullen ons moeten beperken
tot die rechtsgevolgen, waarmede de kas
siers van de boerenleenbanken bij de uit
oefening van hun taak te maken kunnen
krijgen. Deze rechtsgevolgen raken voor
namelijk het vermogen van de overledene,
het geheel van diens in het economisch
vlak liggende rechten en plichten. Zij zijn
echter ook van groot belang met betrek
king tot de functies, welke de overledene
in de maatschappij vervulde, zoals die van
ouder, voogd, curator, bestuurslid van een
vereniging enz. Een mens kan slechts zo
lang hij leeft rechten en plichten hebben.
De dood van de mens voert dus tot hetzij
een einde van diens rechten en plichten
hetzij een overgang van diens rechten en
plichten.
Met het overlijden van een ouder of
voogd eindigt diens ouderlijke macht of
voogdij; met het overlijden van een amb
tenaar vervalt diens ambtsmacht; met de
dood van een dienstplichtige houdt diens
dienstplicht op. Uit deze enkele voorbeel
den blijkt dus, dat er rechten en plichten
zijn, die in ieder geval een einde nemen
bij de dood.
Rechten en plichten van vermogensrech
telijke aard, waaronder moeten worden
verstaan rechten en plichten, die in het
economisch vlak liggen, gaan op het mo
ment van het overlijden van de gerechtig
de en de gebondene over op anderen, zij
vererven. Dit overgaan, vererven, kan na
tuurlijk maar niet willekeurig geschieden.
Er zijn nu eenmaal bepaalde mensen, die
tot een vermogen in nauwer contact staan
dan anderen, hetzij krachtens familiever
houding, hetzij krachtens de wil van de
overledene, en dat dit nauwer contact in
25