Geld- en Kapitaalmarkt De moeilijkheden en de onrust, waarmede de geldmarkt tegen de jaarwisseling pleegt te worden geconfronteerd, werden ook dit jaar ondervangen door een financie ringsaanbod van De Nederlandsche Bank; zij verklaarde zich bereid om schatkist papier, vervallend vóór i september 1960, voor een korte periode van 5 tot 15 dagen over te nemen tegen een disconto van 3%. Uit kosten-oogpunt betekende deze toe zegging van De Nederlandsche Bank, dat men de zekerheid had een eventuele be hoefte aan kort geld tegen betrekkelijk lage rente te kunnen indekken; belangrij ker was het nog, dat de geldmarkt door deze toezegging, waarvan nog tot 29 de cember kon worden gebruik gemaakt, zijn rust herkreeg en aanmerkelijk gemakke lijker werd. Zo kon men er ook toe komen nog eens te overdenken, wat het jaar 1959 ons op dit gebied had gegeven. De positie van de gulden, in 1957 zo uit gesproken moeilijk doch in 1958 reeds duidelijk verbeterd, werd in 1959 zeer sterk. De geldmarkt werd zeer ruim en reeds in de eerste weken van 1959 moes ten maatregelen worden genomen tegen het binnenstromen van gelden uit het bui tenland; de discontoverlaging van 21 ja nuari 1959, die hieruit resulteerde, bereik te niet alleen dit doel, doch had tevens tot gevolg dat de banken in 1959 hun overtollige liquiditeiten in het buitenland gingen uitzetten. De hoge geldtarieven in het buitenland maken deze uitzettingen (einde 1959 circa een milliard gulden) tot een inkomstenbron van betekenis. De lage geldrente in het binnenland leidde echter op de duur tevens tot een toene ming van de binnenlandse kredietverle ning; toen deze stijging van de uitzettin gen wat al te snel dreigde te gaan verlo pen, werd ook het disconto weer naar meer normale hoogte teruggebracht. Uitgedrukt in de stand van het promes se-disconto komt de geldmarktgeschiede nis van 1959 neer op het volgende: stand per 1 januari 1959 372°/o verlaging per 21 januari tot 3V4°/o verhoging per 16 november tot 4% Zoals de officiële discontotarieven in 1959 over het geheel gezien gericht waren op een stimulering van de credietverleningen een bevordering van geldmarktuitzettin gen in het buitenland, zo kan men ook in het verloop van het kasreservepercentage eenzelfde politiek weerspiegeld vinden met name in het tweede halfjaar. Tot ein-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 22