waarop ik thans niet verder wil ingaan. Wil onze landbouw een gelijkwaardige bestaansmogelijkheid kunnen bieden als andere bedrijfstakken, dan zullen grote in vesteringen nodig zijn. Er zullen machines moeten worden vervangen en nieuwe worden aangeschaft. De gebouwen zullen moeten worden vernieuwd en aangepast aan de zich wijzigende produktiestruc- tuur. Dit alles vraagt veel geld, meier waarschijnlijk dan de boeren uit eigen middelen kunnen opbrengen. Een toene mend beroep op de boerenleenbanken zal derhalve onvermijdelijk zijn. Voor de boerenleenbanken betekent dit, dat zij voor de taak staan te zorgen, dat zij voldoende financieringsmiddelen kun nen verstrekken. Daarnaast moet meer en meer rekening ermee worden gehouden, dat de boeren en tuinders met de door de boerenleenbanken traditioneel gevraagde zekerheden niet meer uit zullen kunnen. Dit betekent dus, dat moet worden nage gaan of ook de agrarische kredietverlening met behoud van het bestaande, daarnaast voor een deel ook niet meer zou kunnen worden gecommercialiseerd in die z.in, dat de kredietverlening in sterkere mate dan thans het geval is, zou moeten worden ge baseerd op de bedrijfseconomische gege vens van het bedrijf, m.a.w. dat een blan co krediet of voorschotverlening zou moeten worden mogelijk gemaakt met uiteraard daaraan aangepaste voorwaar den, zoals een passende risico-opslag in de verschuldigde debetrente. Wat dit betreft zullen de boerenleenbanken moeten na gaan in hoeverre zij hierin zelf tegemoet kunnen treden dan wel of een dergelijke kredietverlening beter aan een afzonder lijk orgaan, dat daartoe binnen het kader van de boerenleenbankorganisatie zou kunnen worden opgericht, zou dienen te worden overgelaten. Ik kan U de verzekering geven, dat het coöperatieve landbouwkrediet ook na een ruim 6o-jarige dienstverlening nog spring levend is, sterk en kerngezond. Hierin evenaart de landbouwkredietorganisatie Uw eigen boerenstandsorganisatie. En evenals de standsorganisatie zal ook de boerenleenbankorganisatie zich weten aan te passen aan de eisen van een nieuwe tijd. Over de drempel van het heden nemen wij de beste tradities van het verleden mee. Solidair dienstbetoon geïnspireerd door de christelijke naastenliefde, maar zakelijk verantwoord, omdat het anders doodeenvoudig niet kan. Maar daarnaast aanpassing, zoals ook de boeren en tuinders zichzelf moeten aan passen aan de eisen van de nieuwe tijd en ook met behoud van hun beste eigen schappen, waarvan ik slechts noem de noeste vlijt en spaarzaamheid. Indien wij daarop kunnen rekenen zal het in onderlinge samenwerking tussen boe ren en tuinders, organisatie, coöperatie en landbouwkrediet heus nog wel gaan in een toekomst, waarin voor de Nederlandse land- en tuinbouw nog grote taken zijn weggelegd. Steunende op de ervaringen van het verleden en vertrouwende op Gods onmisbare hulp staat het Neder landse landbouwkrediet klaar om land- en tuinbouw daarbij ook in de toekomst te helpen. Een grootse, maar stellig dankbare taak. 16

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 16