dat de boerenleenbanken werken met toe
vertrouwde spaargelden, voor de terugbe
taling waarvan de leden zich onbeperkt
aansprakelijk hebben gesteld.
Bovendien moeten de kredieten en voor
schotten tegen een zo laag mogelijke rente
worden aangeboden, hetgeen opnieuw
slechts mogelijk is, indien de kredietver
lening is gebaseerd op prima zekerheden.
Toch is het niet zo, dat men bij de boe
renleenbanken slechts kan lenen, indien
men hypotheek kan geven of over goede
borgen beschikt. De boerenleenbank zou
zich zelve niet zijn, indien niet telkens
werd nagegaan, in hoeverre aanpassingen
nodig en mogelijk zijn, om aan boeren en
tuinders, die niet over hypotheek of goede
borgen beschikken, kredieten te kunnen
verlenen. Het bedrijfskrediet in lopende
rekening, het seizoensvoorschot voor de
financiering van de oogst, het voorschot
op middellange termijn voor de financie
ring van dode en levende inventaris, als
ook het voorschot op lange termijn voor
de financiering van het z.g. grondkapitaal,
al die financieringsfiguren kunnen bij de
boerenleenbanken worden toegepast met
een grote mate van variatie in de zeker
heidsstelling.
Zo is het bij de boerenleenbanken moge
lijk kredieten te verkrijgen tegen onder
pand van effecten en polissen, terwijl ook
hypothecaire vorderingen kunnen worden
verpand. Deze mogelijkheden zijn voor de
land- en tuinbouw in het algemeen niet
van zo grote betekenis, omdat zij een ef
fecten- en polisbezit voorop stellen. Voor
de land- en tuinbouw is echter wel van
groot belang de kredietverlening tegen
eigendomsoverdracht tot zekerheid en van
cessie van vorderingen. Door middel van
eigendomsoverdracht tot zekerheid kan
immers een krediet of voorschot worden
verstrekt op dode en levende inventaris,
terwijl deze toch in gebruik kan blijven
bij de kredietnemer. Ik wil hier niet in
gaan op de juridische moeilijkheden, die
er aan deze eigendomsoverdracht tot ze
kerheid zijn verbonden. Het moge vol
doende zijn erop te wijzen, dat deze ze
kerheid voorlopig nog veel juridische te
kortkomingen kent. Desondanks wordt
deze zekerheidsvorm door de boerenleen
banken regelmatig toegepast als het erom
gaat de boer of tuinder bedrijfsvoorschot-
ten te verstrekken voor de financiering
van zijn dode of levende inventaris. Het
zelfde geldt voor de cessie van melk- en
veilinggelden, welke zekerheden voorlopig
eveneens juridisch nog veel tekortkomin
gen kennen, doch die door de boerenleen
banken voor de boeren en tuinders in gro
te mate worden aangewend. Vooral in de
tuinbouw speelt de cessie van veilinggel
den een belangrijke rol. Tenslotte is het
ook in beperkte mate mogelijk een be
drijfskrediet in lopende rekening te ver
krijgen, zonder dat daarvoor zekerheid
behoeft te worden gesteld. Dit bedrag is
in het algemeen beperkt gehouden en deze
kredietopneming is alleen mogelijk, indien
de boer of tuinder zijn bedrijfsontvang-
sten over de rekening van de boerenleen
bank laat lopen.
Ondanks de verruiming van kredietver
leningsmogelijkheden blijven er niettemin
voor vele bedrijven nog grote moeilijkhe
den bestaan in het vinden van een passen-