paalde liquide middelen aanhouden, ten einde zoveel mogelijk in staat te zijn aan onverhoopte opvragingen van gelden het hoofd te kunnen bieden. De Nederlandse boerenleenbanken houden hun liquiditeit niet zelf aan, maar hebben deze taak over gedragen aan de Centrale Banken. Op die wijze worden belangrijke voordelen be haald, waarop hier niet nader wordt inge gaan. Door de Centrale Boerenleenbank te Eindhoven is gesteld, dat de aangesloten banken slechts uitleningen met een lange looptijd mogen doen, indien en voorzover deze banken tenminste 1/3 van de aan haar toevertrouwde middelen bij de Cen trale Bank in rekening-courant hebben ge deponeerd. Voor de verlening van krediet in lopende rekening en van voorschotten met een middellange looptijd in het al gemeen te stellen op 10 jaren is deze grens niet gesteld. Dit betekent dus, dat een boerenleenbank dergelijke kredieten en voorschotten ook kan verlenen, indien zij geen middelen bij de Centrale Bank heeft staan, ja zelfs kan zij bij de Centrale Bank steeds daarvoor krediet opnemen om deze kredietverlening aan de leden moge lijk te maken. Bovendien is ervoor ge zorgd, dat zelfs de minimale liquiditeits bewaking, die in het 1/3 voorschrift is vervat, geen belemmering behoeft op te leveren om toch ter plaatse ook de voor schotverlening op lange termijn te kunnen voortzetten. Vooreerst wordt een uitzon dering gemaakt voor voorschotten onder garantie van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw, die door de plaatselijke boerenleenbanken ook kunnen worden verleend, indien zij niet meer dan 1/3 van de ingelegde gelden bij de Centrale Bank in rekening-courant hebben staan. In an dere gevallen springt de Boeren-Hypo- theekbank in, die juist gespecialiseerd is in de voorschotverlening op lange termijn, nl. leningen verstrekt met een looptijd van 40 jaar, waaraan bovendien de bijzonder heid is verbonden, dat de leningen van de Boeren-Hypotheekbank tijdens de lange looptijd niet kunnen worden opgezegd, dat de rente daarvoor nimmer kan wor den verhoogd en dat zij toch altijd door de debiteuren vervroegd of versterkt kun nen worden afgelost. Bovendien is sinds korte tijd de mogelijkheid bij de Centrale Bank opengesteld om, indien daaraan de voorkeur wordt gegeven, hypothecaire leningen bij de Centrale Bank .op z.g boerenleenbank-voorwaarden op te ne men, indien de boerenleenbanken zelf geen middelen meer hebben voor voor schotverlening op lange termijn. Deze le ningen worden door de boerenleenbanken wederom van de Centrale Bank terugge nomen, zodra hun middelenpositie is ver beterd. Ik kom nu op het bezwaar, dat men bij de boerenleenbank slechts kredieten en voor schotten kan verkrijgen, indien men over goede zekerheden beschikt; ook daarover dienen enige opmerkingen te worden ge maakt. Statutair is bepaald, dat de boerenleenban ken slechts uitleningen mogen doen, in dien deze in voldoende mate door per soonlijke en/of zakelijke zekerheid zijn gedekt. Deze bepaling laat zich maar al te zeer begrijpen, indien men ervan uitgaat,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1960 | | pagina 11