Ook voor de overheid rijzen uit dit oogpunt vragen, die in de
naaste toekomst wel aan de orde zullen worden gesteld. De spaar
banken zijn nl. ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen gebonden
aan een zeker keurslijf wat betreft haar uitzettingsmogelijkheden.
Zullen de desbetreffende voorschriften nu ook op de handelsban
ken worden toegepast, die zich straks als spaarbank gaan opwerpen
of zal in de Wet Toezicht Kredietwezen in de toekomst onder
scheid worden gemaakt tussen handelsbanken, die zuiver als zodanig
werkzaam zijn en handelsbanken, die ook tegelijkertijd als spaar
bank fungeren, zonder dat deze een afzonderlijke stichting spaar
bank in het leven hebben geroepen, die als zodanig wordt ingeschre
ven? Zal dit er voorts toe leiden, dat in de registratie der krediet
instellingen, die ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen is in
gevoerd, een afzonderlijke categorie banken wordt opgenomen
naast de spaarbanken en de landbouwkredietinstellingen met haar
stichtingen spaarbank?
Ook voor de ontwikkeling van de kapitaalmarkt zijn deze vragen
van het grootste belang. Het evenwicht van de kapitaalmarkt is
betrekkelijk labiel. Bij de bestaande vraag naar kapitaalmarktmidde
len met name van de zijde van de overheid zal al spoedig, indien
een gedeelte van de besparingen niet langer via het kanaal van de
spaar- en boerenleenbanken naar de kapitaalmarkt wordt geleid,
doch door de handelsbanken in bedrijfskrediet of uitzettingen op
korte termijn in het buitenland worden omgezet, een tekort ont
staan, waarvan een niet onaanzienlijke rentestijging het gevolg zou
kunnen zijn.
Zo is het duidelijk, dat aan deze nieuwe ontwikkeling in de func
ties van de handelsbanken verstrekkende gevolgen verbonden kun
nen zijn.
Wat zal daarop voorshands het antwoord van onze boerenleen
bankorganisatie moeten zijn?
Het is nauwelijks te verwachten, dat wij deze aanval lijdzaam
over ons zullen kunnen laten komen. Onze Nederlandse land- en
tuinbouw bevindt zich, niet in de laatste plaats ter voorbereiding
op de gemeenschappelijke europese markt, in een grootscheepse
ontwikkeling van herinrichting van de bedrijfsvoering. De inves
teringen, die daarmede gepaard gaan, vragen grote bedragen aan
2427