MESTVARKENSCONTRACTEN In de vorige aflevering van de Maandelijkse Mededelingen heb ben wij gesproken over de loonmesterij naar aanleiding van een rapport van de Nationale Coöperatieve Raad. Aan het slot van dit artikel hebben wij gesproken over de bij onze boerenleenbanken bestaande mogelijkheden tot financiering van mestvarkenscontrac- ten. Wij vermeldden daarbij, dat de hoop bestond, dat deze facili teiten in een behoefte voorzagen. Inmiddels zijn enige gegevens ter beschikking gekomen, die het duidelijke bewijs leveren, dat de bij onze banken getroffen regeling inderdaad in een behoefte heeft voorzien. In de periode april 1959 t/m oktober 1959 zijn er nl. 1537 contracten gesloten, die betrek king hebben op 38599 varkens. Daarmee is een krediet gemoeid van ruim 5,5 min. gld. Opmerkelijk is, dat slechts een heel gering gedeelte van de in totaal gesloten ontracten betrekking heeft op het maximaal toege stane krediet van 10.000 gld. Het gaat nl. om 65 contracten op een totaal van 1537. Het gemiddeld aantal varkens ligt per contract op 25 stuks. Overigens blijken er opmerkelijke verschillen tussen de diverse gebieden. In het A.B.T.B.-gebied en het L.L.T.B.-gebied beloopt het gemiddeld aantal varkens per contract 20 en 21. In het N.C.B.-gebied ligt het op 33. In het N.C.B.-gebied komt dan ook het overgrote deel der maximum kredieten voor. Het feit, dat in een half jaar reeds voor een bedrag van 5,5 min. gld. van dergelijke kredieten zijn verleend, vormt een voldoende bewijs dat de ontworpen regeling in een behoefte voorziet.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 4