*2)e ontwikkeling van onze organióatie Er zijn weer enige maanden verlopen, sinds wij te dezer plaats iets hebben verteld over de ontwikkeling bij onze instellingen ge durende het eerste halfjaar 1959. Het lijkt nuttig thans na te gaan of de ontwikkeling, die toen aan de gang was, zich heeft door gezet. Voor agrarisch Nederland zijn de tussenliggende maanden wel bijzonder moeilijk geweest. Het uitblijven van de regen heeft in vele gebieden de positie van vele bedrijven zeer moeilijk gemaakt. Voor onze organisatie gaat dit betekenen, dat de besparingen af gaan nemen en dat de vraag naar kredieten en voorschotten zal stijgen. Konden wij van het eerste halfjaar 1959 opmerken, dat de besparingen elke maand hoger waren dan het jaar daarvoor, deze ontwikkeling heeft zich niet doorgezet in het verdere verloop van 1959. Waren in juli de besparingen nog 1 min. gld. hoger dan in juli 1958, in de maanden augustus en september waren zij lager en wel elke maand ongeveer 3 min. gld. Niettemin werd er echter in juli nog 20 min. gld., in augustus 17 min. gld. en in september 10 min. gld. gespaard. De teruggang in de besparingen is overigens niet tot onze orga nisatie beperkt; ook bij de andere spaarinstellingen treedt een soortgelijke ontwikkeling op. De voorschotverlening blijft zich sterk uitbreiden. De nieuw verstrekte voorschotten zijn in de maanden juli, augustus en sep tember aanzienlijk hoger dan in dezelfde maanden van het vorige jaar. In de periode januari t/m september 1959 zijn door onze banken ruim 120 min. gld. nieuwe voorschotten verstrekt, tegen ongeveer 75 min. gld. in dezelfde maanden in 1958. Weliswaar beliepen de aflossingen op opgenomen voorschotten in de periode januari t/m september 34 min. gld.; de groei van de spaargelden is zeker nood-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 2