waarde van de gestelde zekerheid. Blijkt een lopende rekening bij
voortduring een debetstand aan te wijzen, dan zal de kredietver
mindering moeten worden toegepast. In dit geval zal waarschijnlijk
het krediet geheel of gedeeltelijk zijn aangewend voor de financie
ring van duurzame bedrijfsmiddelen. Alsdan krijgt de debetstand
het karakter van een voorschot. Door toepassing van de krediet
vermindering wordt de kredietnemer dan gedwongen tot regelma
tige aflossing. Het is dus niet juist de kredietvermindering achter
wege te laten, omdat de rekening een hoge debetstand aangeeft.
Een blijvende hoge debetstand is integendeel aanleiding tot het wel
toepassen van de kredietvermindering.
Met betrekking tot de kredieten, verleend op grond van artikel
49 lid 2 van de Statuten, zal door het Bestuur ook elk jaar moeten
worden nagegaan, of de kredietnemers aan de gestelde voorwaar
den hebben voldaan. Zoals bekend, wordt deze overtrekkingsfacili-
teit toegestaan ter overbrugging van seizoenmatige kredietbehoef
ten onder voorwaarde, dat alle bedrijfsontvangsten via de lopende
rekening worden geleid en een eventuele schuld op de lopende
rekening ten minste eenmaal per jaar tot aflossing komt. Dit laat
zich ook in deze zin uitleggen, dat de jaarlijkse kredietverminde
ring voor deze kredieten gelijk is aan het toegestane krediet en dat
het Bestuur kan besluiten deze kredietvermindering niet toe te
passen, wanneer van het krediet een behoorlijk gebruik is gemaakt.
Is dit laatste niet het geval en is derhalve klaarblijkelijk geen spra
ke van het opvangen van een top in de seizoenfinanciering, dan
betekent dit, dat de rekeninghouder over dit krediet niet de be
schikking kan worden gelaten. Onder de huidige omstandigheden
vooral, waarin zich voor vele bedrijven de ongunstige gevolgen van
de droogte doen gevoelen, kan een behoefte zijn ontstaan aan aan
vulling der bedrijfsmiddelen voor een langere termijn, hetgeen aan
leiding kan geven tot het aanvragen van een voorschot onder de
gebruikelijke zekerheid, dan wel met borgstelling van het Borg
stellingsfonds voor de Landbouw. Inmiddels kan in afwachting
daarvan een overtrekkingsfaciliteit met gebruikmaking van artikel
49 lid 2 der Statuten een tijdelijke oplossing bieden.
Volgens de krediet-overeenkomsten gaan eventuele kredietver
minderingen vrijwel algemeen in op 1 januari. Teneinde de reke
ninghouders tijdig op de hoogte te kunnen brengen van het maxi
male krediet, waarover zij in het volgende jaar kunnen beschikken,
2410