produkten het stadium van gemeenschappelijke markt en gemeen
schappelijk beleid bereikt zal worden in een tijdvak van 6 jaar, te
rekenen vanaf i januari 1960.
Voor een dergelijke versnelling valt heel veel te zeggen, maar
we verwachten, dat verschillende E.E.G.-landen ernstige bezwaren
hiertegen zullen hebben: het zou immers in wezen inhouden, dat
hun autonomie op het terrein van landbouwbeleid én handelspoli
tiek sneller moet worden opgegeven dan in het verdrag is voorge
schreven.
De Commissie stelt o.i. zeer terecht ook voor, dat de ver
wezenlijking van een gemeenschappelijke markt en een beleid voor
de grondstoffen (met name voergranen) haar tegenhanger moet
vinden in een even groot ingrijpen voor wat de met behulp van
deze grondstoffen voortgebrachte produkten betreft. Met name
voor de Nederlandse varkens- en pluimveehouderij is dit een le
vensbelang.
De Commissie heeft in haar voorstellen bijzondere aandacht ge
schonken aan het toekomstig marktbeleid voor de diverse produk
ten. Zij acht het m.b.t. verschillende belangrijke produkten (tarwe,
voergranen, suiker, melk en zuivel) noodzakelijk, dat een zeer ac
tief marktbeleid straks door de E.E.G. zal worden gevoerd. Uiter
aard heeft deze stelling haar consequenties t.a.v. prijsregelingen,
ingrijpen op de binnenlandse markt en maatregelen aan de E.E.G.-
grenzen. Voor andere produkten (rundvlees, varkensvlees, slacht-
pluimvee, eieren) voorziet zij een minder ingrijpende marktorde
ning en voor groenten en fruit een betrekkelijk eenvoudige markt
ordening.
Wij stellen ons voor in de komende maanden meer concreet op
deze belangrijke voorstellen in te gaan.
2404