ders is niet gehandhaafd. Het Landbouwschap had op basis van de L.E.I.-kostprijs een garantieprijs van 29,65 gevraagd. Hoogst waarschijnlijk zal hierover in de Tweede Kamer bij de openbare behandeling van de landbouwbegroting 1960 nog wel wat te doen zijn en de Minister zal de vraag moeten beantwoorden, op welke gronden hij de L.E.I.-kostprijs heeft losgelaten en een korting van 0,75 hierop heeft toegepast. Intussen is, wat de landbouwvraagstukken betreft, het zwaarte punt van de belangstelling meer komen te liggen bij aangelegenhe den van internationale aard. De Tweede Kamer had in de loop van oktober op aandrang van land- en tuinbouw de behandeling uitgesteld van het Benelux-Unie-Verdrag. De daarin opgenomen bepalingen met name die in de zgn. overgangsovereenkomst bieden namelijk geen basis voor een verwezenlijking van de Bene lux op agrarisch terrein; zij zouden de bestaande moeilijkheden t.a.v. het onderlinge handelsverkeer in land- en tuinbouwproduk- ten in haar volle omvang doen voortbestaan en zij zouden de Ne derlandse onderhandelings-positie in E.E.G.-verband ernstig ver zwakken en schaden. De critiek van de kant van de Nederlandse land- en tuinbouw, waarmee velen in andere kringen het eens zijn, betreft met name het stelsel van minimumprijzen: de invoer uit een partnerland (lees: Nederland) kan door het andere land (lees: Bel gië) worden opgeschort, wanneer in dat laatste land de prijs van het betreffende produkt daalt beneden de minimumprijs. En deze is gelijk aan de kostprijs (door België zelf vastgesteld) een winstmarge. Het zou én voor de Nederlandse agrarische export én voor de verwiezenlijkïing van de gemeenschappelijke markt funest zijn, wanneer dit systeem van minimum-prijzen in de E.E.G. vaste voet zou krijgen. Een aanvaarding en sanctionnering van het Benelux- Unie-Verdrag door het Nederlandse Parlement zou het Nederland zeer moeilijk maken zich hiertegen met kracht te verzetten. Daar om hopen wij, dat vooralsnog dit verdrag door ons Parlement niet zal worden geratificeerd. Van bijzonder grote betekenis voor onze land- en tuinbouw zijn de concept-voorstellen van de Europese Commissie inzake de gemeenschappelijke landbouwpolitiek van de E.E.G. Het verdrag van Rome schrijft voor, dat de Europese Commissie voor 1 januari 1960 aan de Ministerraad voorstellen omtrent het gemeenschappe lijk landbouwbeleid moet voorleggen. Dr. Mansholt, het lid van 2402

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 10