Keek m liktA|1 Een belangrijke beslissing betreffende de verplichting tot het betalen van uittreegeld De coöperatie is een vereniging, waarbij de statuten de leden de vrijheid van in- en uittreding moeten waarborgen. Dit wil daarom nog niet zeggen, dat aan de mogelijkheid van toe- en uittreding geen voorwaarden mogen verbonden worden. Zo ontmoet men in de statuten van dergelijke verenigingen dikwijls de bepaling, dat per jaar slechts een bepaald percentage van het aantal leden hun lid maatschap door opzegging kunnen beëindigen dan wel, dat bij op zegging een uittreegeld is verschuldigd, waarvan het bedrag of al thans het maximum daarvan statutair is vastgesteld. In ieder geval dienen echter deze voorwaarden in overeenstemming te zijn met doel en strekking van de betrokken vereniging terwijl, aldus bepaalt artikel 12 van de wet op de coöperatieve verenigingen, een voor waarde, welke verder gaat dan geoorloofd is, in zoverre voor niet geschreven wordt gehouden. De noodzakelijkheid tot het stellen van voorwaarden kan haar grond vinden in de behoefte, welke de betrokken vereniging heeft aan regelmatige toevoer van de nodige grondstoffen, aan crediet op lange termijn enz. Zo is het bij de zuivelfabrieken gebruikelijk, dat bij opzegging door een lid een uit treegeld wordt gevorderd, welk uittreegeld min of meer moet com penseren het gemis van de melk, die het betrokken lid gewoon was aan de fabriek te leveren. Is het bij de statuten vastgestelde uittreegeld zo hoog, dat beta ling daarvan voor het betrokken lid een aanzienlijk vermogenverlies zou tengevolge hebben, dan zal men noodgedwongen toch maar liever het lidmaatschap voortzetten dan zulk een zware boete te betalen. Dat op deze wijze de bij de wet gegarandeerde vrijheid van uittreding in het gedrang komt, behoeft geen betoog. Het is om deze reden, dat een te hoog uittreegeld als een niet geoorloofde voorwaarde van uittreding moet worden aangemerkt. Begrijpelij kerwijze vormt dit een bron voor vele processen. In menig geval immers wordt door een persoon, die zijn lidmaatschap heeft opge zegd, het hem te betalen opgelegde uittreegeld, zijn financiële draagkracht in aanmerking genomen, te hoog geacht en bijgevolg

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 19