2371 Door onze banken kan nl. aan varkensmesters een krediet worden verstrekt op basis van een z.g. mestvarkenscontract. Bij een derge lijk contract treden 4 partijen op, te weten de mester, de boeren leenbank, de coöperatieve vee-afzetorganisatie en de plaatselijke boerenbond (of coöperatieve aan- en verkoopvereniging). De be trokken mester sluit een leveringscontract over een bepaald aantal varkens met de vee-afzetorganisatie. De vordering, welke hij uit dien hoofde verkrijgt, wordt aan de bank gecedeerd en dient tot zekerheid voor het krediet, dat de bank geeft. Over dit krediet kan terstond nadat het contract is tot stand gekomen, worden beschikt en wel over ten hoogste 60,— per big voor de aankoop van biggen en over ten hoogste 80,— per big voor de aankoop van veevoeder, welke aankoop bij de plaatselijke voedercoöperatie moet geschie den; bovendien wordt ten laste van het krediet gebracht de verzeke ringspremie. Naast de cessie van de vordering uit hoofde van het mestcontract blijven de vee-afzetcoöperatie en de plaatselijke voedercoöperatie ieder voor 10% borg; deze borgstelling blijft beperkt tot de onbe taald gebleven vordering, indien en voorzoveel het onbetaald blij ven zijn oorzaak heeft gevonden in een slechte groei of slechte prij zen van de geleverde varkens. De varkens dienen verzekerd te zijn en eventuele vorderingen uit hoofde van de verzekering zijn aan de boerenleenbank overgedra gen. Wij hebben de hoop, dat deze nieuwe mogelijkheid ertoe kan bijdragen de financieringsmoeilijkheden in de Nederlandse land bouw te verlichten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 11