2337
jaarlijks (minstens) 5.100 ton in België zou mogen invoeren met
inachtneming van bepaalde minimumprijzen. België stelde, dat deze
prijzen werden ontdoken en wilde dit contingent terugbrengen tot
ca 400 ton van Nederland de andere E.E.G.-landen. Goed een
maand geleden ging België plotseling, zonder enig overleg in Bene
lux-verband en ook zonder het voorgeschreven overleg in E.E.G.-
verband, de invoer uit Nederland beperken op basis van minimum
prijzen uit hoofde van het E.E.G.-verdrag (en deze dan gehanteerd
op een wijze, welke België goed paste maar niet strookte met de
bepalingen van het E.E.G.verdrag).
Zo ongeveer was de situatie toen op 27 en 28 juli de ministers
van de Benelux-landen op de Hoge Veluwe bijeenkwamen. Het is
zeer begrijpelijk, dat men om politieke en algemeen-conomische
motieven een duidelijke en openlijke breuk in de Benelux-samen-
werking niet wilde en niet kon aanvaarden. Men werd het, althans
in beginsel, er over eens dat de Benelux verder moest worden vol
tooid zonder de ontwikkelingen in E.E.G.-verband af te wachten.
Zulks zal moeten inhouden, dat de Benelux-partners elkaar ook
op agrarisch terrein een gunstiger behandeling mogen toekennen
dan die, welke aan de andere E.E.G.-landen wordt verleend. Men
kwam ook tot de vaststelling van enige, gedeeltelijk nieuwe begin
selen voor de harmonisatie van het agrarisch beleid in de vrijma
king van de wederzijdse handel in agrarische produkten. Ten aan
zien van condens werd afgesproken, dat Nederland voorlopig tot
einde september naar België-Luxemburg zou mogen leveren op
de oude basis (jaarcontingent van 5.100 ton), maar Nederland zou
trachten betere waarborgen te geven dat de minimum-prijs nage
leefd zou worden.
Op 12 oktober aanstaande zullen de Ministers opnieuw bijeen
komen. Dan zouden er voorstellen ter tafel moeten liggen omtrent
de harmonisatie van beleid en vrijmaking van handelsverkeer voor
groenten, fruit, aardappelen en voedergranen. We zullen maar rus
tig afwachten, of er dan behoorlijke voorstellen zullen zijn, maar
onze verwachtingen zijn in dat opzicht erg aan de pessimistische
kant.
Intussen is door de regeringen van de Benelux-landen het zgn.
Benelux-Unie-verdrag aan de Parlementen ter goedkeuring voor
gelegd. De daarin vervatte regelingen op agrarisch terrein houden
in wezen niet veel andere in dan de nu geldende landbouwproto-
collen. De Nederlandse landbouw, en speciaal de Nederlandse tuin
bouw, heeft buitengewoon ernstige bezwaren tegen de bepaling,