2336 kostprijzen, in een tijd dat men er naar streeft de inkomenspositie van grote bevolkingsgroepen enigermate te verbeteren. Het wachten is ook op de voorstellen van de europese Commis sie met betrekking tot het gemeenschappelijk landbouwbeleid, waarmee in 1960 of 1961 in E.E.G.-verband een aanvang zal moe ten worden gemaakt. De europese Commissie, en speciaal dr. Mans- holt, heeft intussen veelvuldig overleg gepleegd met de 6 ministers van landbouw en met het georganiseerd bedrijfsleven. In Brussel is men nu druk bezig met het uitwerken van voorstellen voorzover de vakanties dit toelaten en men hoopt op het einde van septem ber of toch zeker in het begin van oktober hiermede gereed te ko men. Dan moeten de voorstellen nog besproken worden in het Eco nomisch en Sociaal Comité en in de speciale landbouw-afdeling daarvan. Hoogstwaarschijnlijk zullen ook de Ministers van Land bouw er het hunne van kunnen zeggen en wellicht krijgen ook het Europees Parlement en diverse organisaties b.v. het C.O.P.A., het orgaan van overleg en samenwerking van de centrale landbouw organisaties nog de gelegenheid hun mening hierover te geven. Na dit overleg zal de europese Commissie haar definitieve voor stellen moeten formuleren en ze dan voorleggen aan de Minister raad van de E.E.G. Het zal dan intussen wel dicht bij Kerstmis of daarna zijn geworden. Reeds eerder heeft men kunnen zien of de impasse, welke op het agrarisch terrein in Benelux-verband in feite bestaat, al dan niet zal zijn overwonnen. Het valt te betreuren dat, terwijl de Benelux-sa- menwerking in vele opzichten bevredigend verloopt, de land- en tuinbouw hierop een grote uitzondering vormt. Van een vooruit gang op de weg naar harmonisatie van landbouwbeleid en vrijere onderlinge handel in agrarische produkten is in het raam van de Benelux gedurende de laatste (vele) jaren geen sprake geweest. De preferentie op eikaars markten, vooral voor Nederland van belang, is van steeds geringere betekenis geworden. Dit hield verband met het feit dat België in verband met de stijgende binnenlandse pro- duktie (van melk, groenten, fruit) de invoer uit ons land eerder meer dan minder beperkten door gebruik te maken van de zgn. mi nimumprijzen-regeling. De verhoudingen op agrarisch terrein tussen Nederland en Bel gië werden in dit jaar gespannen, doordat België de invoer van condens uit Nederland sterk wilde beperken en de Beneluxprefe- rentie nagenoeg geheel ophief. Ten aanzien van condens waren de regeringen enige jaren geleden overeengekomen, dat Nederland

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 8