2357
ARTIKELENSERIE
VOOR PERSONEELSORGANEN
Het Gezins-Begrotings-Instituut heeft het toezenden van artike
len aan de redacties van personeelsorganen hervat. Zoals bekend
werd reeds eerder een serie van twaalf artikelen aan deze bladen
verstrekt. De nieuwe reeks artikelen werd opgezet aan de hand van
binnengekomen wensen en suggesties van de bedrijven en instellin
gen, die de vorige serie in hun bladen hebben gepubliceerd. Ook
deze serie werd geschreven door mevrouw E. J. Wilzen-Bruins. De
volgende onderwerpen werden er in opgenomen: Kleedgeld wer
kende jeugd, kostgeld, kosten van uitzet, kosten van scholen en
cursussen, kosten van voeding, aanschaffing van grote stukken, het
doen van inkopen, verschil in kosten op het platteland en in de
stad, kopen op afbetaling.
In tegenstelling tot de eerste reeks, waarvan de artikelen tezamen
een doorlopend geheel vormden, staan de artikelen thans geheel
los van elkaar. Dit verschaft de redacties een groter mate van vrij
heid bij het plaatsen, temeer daar er ditmaal telkens enkele artikelen
gelijktijdig worden verzonden en niet zoals voorheen iedere
maand één.
Voor de nieuwe serie bestaat wederom veel belangstelling. Tot nu
toe verzochten reeds dertig bladen om toezending van de artikelen.
Als de vakantietijd voorbij is en allerwege de desbetreffende func
tionarissen weer op hun plaatsen zijn teruggekeerd, zal dit aantal
aanvragen stellig nog stijgen. Bij de reeds ontvangen aanvragen be
vinden zich o.a. die van de Koninklijke Landmacht, A.K.U., Ko
ninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij, Caltex Petroleum
Maatschappij, Koninklijke Verkade Fabrieken, Tornado, Palthe's
Textielbedrijven, Ministerie van Volkshuisvesting en Wederop
bouw, Arbeiderspers. Tezamen bestrijken deze en de overige be
drijven niet alleen een zeer groot, maar ook een zeer gevarieerd
lezerspubliek.
De eerste drie artikelen werden op een der laatste dagen van de
maand juli verzonden. Dit waren: „Kleedgeld voor Corrie", „Wat
kost Karei nu eigenlijk?" en „De kosten van de uitzet". Elk van
deze artikelen bevat deugdelijk en geheel bijgehouden cijfermate
riaal, zodat ze niet alleen in het algemeen interessant zijn, maar
voor de betrokkenen bovendien als practische richtlijn kunnen die
nen bij het bepalen van het door hen te voeren financieel beleid.