maar indien hij die faktoren, die hij in de hand heeft, zo gunstig mogelijk beïnvloedt, hoeft hij zich zelf niets te verwijten. Zo is het ook met een boerenleenbank; ook daar wordt de uit groei van de boerenleenbank tot spaarbank voor iedereen bepaald door vele elkaar wederzijds beïnvloedende faktoren en het is ook daar de taak van beheerders en kassier om deze faktoren zo gunstig mogelijk te beïnvloeden. De faktor propaganda verliest aan invloed als de service, de lig ging, of de accommodatie slecht zijn, terwijl evenzeer een prachtig nieuw gebouw lang niet dat effect heeft dat mogelijk is, wanneer er geen verantwoorde propaganda wordt gevoerd. Ook voor de boerenleenbank zijn er zulke bepalende faktoren. De voornaamste hiervan willen wij hieronder in het kort behande len. Het zijn: a. de grootte van het werkgebied en het aantal inwoners. b. de ligging van het kantoor. c. de propaganda. d. de service. e. het spaarklimaat en de goodwill bij alle bevolkingsgroepen. a. De grootte van het werkgebied en het aantal inwoners Wanneer wij een boerenleenbank hebben in een klein dorp van ongeveer 750 inwoners, dan kan deze jammer genoeg niet uitgroei en tot een millioenenbank, al zou zij het maximum bereikbare ver wezenlijken. Heeft men daartegenover een gemeente van 10.000 inwoners, bestaande uit meerdere kerkdorpen en een doorsnede van b.v. 10 km. dan kan men niet volstaan met een kantoor tussen de dorpen of in het hoofddorp zonder voldoende accommodatie in de andere kerkdorpen (zittingen of bijkantoren). De moderne mensen komen nu eenmaal geen kilometers ver naar de boerenleenbank, terwijl zij een andere spaarinstelling naast de deur hebben. Hetzelfde geldt voor de grote plaatsen van 50 tot 100.000 inwo ners, waar men nooit alle mensen zal kunnen bereiken met één kan toor. Ieder kantoor heeft een bepaalde reikwijdte en het aantal be reikbare inwoners bepaalt uiteindelijk het maximaal bereikbare. 235i

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 23