3oepen&e*é<m£ -proltiijll
AFLOSSING EN RENTEBETALING
VOORSCHOTTEN
De beduidende toeneming van het aantal uitstaande voorschotten
brengt mede, dat zowel door de beheerders als door de kassiers van
de plaatselijke Boerenleenbanken in toenemende mate aandacht
moet worden besteed aan de nakoming van de aflossingsverplichtin
gen en de tijdige betaling van de rente door de voorschotnemers.
Terzake zijn in het verleden door de Centrale Bank aanwijzin
gen gegeven, welke, in aansluiting op de statutaire bepalingen, beo
gen te bereiken, dat de beheerders door regelmatig toezicht bij
voortduring op de hoogte blijven van de stand van zaken en dus
tijdig passende maatregelen kunnen nemen, als het belang van de
bank dit noodzakelijk maakt.
Het toezicht door de beheerders vraagt echter tijd enmeer
tijd naarmate het aantal uitstaande voorschotten groter is. Het is
niet denkbeeldig, dat dit toezicht verslapt, omdat bij een aanhou
dende vraag naar voorschotten en credieten de voor vergaderingen
beschikbare tijd grotendeels besteed moet worden aan de behande
ling van ingekomen aanvragen en andere dringende zaken. Willen
de beheerders volledig op de hoogte blijven, dan zullen de daar
voor benodigde gegevens op zo eenvoudig en overzichtelijk moge
lijke manier ter beschikking moeten komen, zodat voor het kennis
nemen daarvan zo weinig mogelijk tijd nodig is.
Het behoeft geen betoog, dat het toezicht door de beheerders
vergemakkelijkt wordt, als de voorschotnemers op tijd aan hun
verplichtingen voldoen of indien dit niet mogelijk is, de bank daar
van in kennis stellen. De tijdige nakoming van de verplichtingen
door de voorschotnemers kan worden bevorderd enerzijds door
bij het verstrekken van een voorschot een voor de voorschotnemer
gunstig tijdstip te kiezen, waarop de jaarlijkse aflossing moet plaats
vinden en anderzijds door de voorschotnemer tijdig te herinneren