2 343
recht op uitkering afhankelijk is, op het moment van zijn overlijden
verzekerd was.
De verzekering eindigt niet bij het bereiken van de 65-jarige leef
tijd; wel echter de verplichting tot premiebetaling. Dit laatste is
wellicht zo geregeld, omdat de invordering van de premie bij per
sonen, die ouder zijn dan 65 jaren, in de praktijk in de meeste ge
vallen onmogelijk zou zijn.
De wet kent drie soorten uitkeringen, nl.:
a. Het weduwenpensioen,
b. De tijdelijke weduwenuitkering en
c. Het wezenpensioen.
Het Weduwenpensioen
Recht op weduwenpensioen heeft de weduwe van een verzeker
de, indien zij:
1. een of meer eigen kinderen beneden de leeftijd van 18 jaren
moet verzorgen,
2. invalide is op het moment van het overlijden van de echtge
noot,
3. 50 jaar of ouder is op het moment van het overlijden van de
echtgenoot.
Voor het doen ingaan van het weduwenpensioen is als maatstaf
genomen de mogelijkheid van de weduwe om in haar eigen levens
onderhoud te voorzien.
Voor de weduwe met jonge kinderen werd haar voortdurende
aanwezigheid in het gezin van zo groot belang geacht, dat zij in
alle gevallen in aanmerking komt voor pensioen.
Het weduwenpensioen bedraagt 1.326,— per jaar en voor een
weduwe, die kinderen beneden de 18 jaar te verzorgen heeft,
1.968,— per jaar.
Evenals het ouderdomspensioen bij de Algemene Ouderdoms
wet is het pensioen waardevast; het stijgt en daalt derhalve naar
gelang het algemene loonpeil stijgt en daalt.
De hoogte van het pensioen is niet afhankelijk van de tijd, dat de
verzekering gelopen heeft.
Ingeval van hertrouwen van de weduwe gaat het recht op pensioen
natuurlijk verloren. De weduwe ontvangt dan echter een afkoop
som van maximaal een jaar pensioen.