dat de minimumprijzen gebaseerd moeten zijn op de kostprijs ver meerderd met een redelijke winstopslag. Aanvaarding van dit ver drag door Nederland zou onze landen in het E.E.G.-verband bin den. We zouden daar dan moeilijk bezwaar kunnen maken tegen minimum-prijzen, wanneer deze zouden worden toegepast en met name voor produkten met grote prijsschommelingen van dag tot dag op of boven de kostprijs. Het Centraal Bureau voor Tuinbouwveilingen heeft er bij de Nederlandse regering reeds op aangedrongen, dat zij met de rege ringen van de andere Benelux-landen overleg zal plegen om althans voor groenten en fruit de regelingen in het Unie-verdrag te vervangen door de minimumprijzen-bepalingen van het E.E.G.- verdrag. Voorlopig schijnt er weinig kans te zijn, dat de Neder landse regering aan deze wens gevolg zal geven. Zou dit anders worden, wanneer op de conferentie van 12 oktober geen vooruit gang zou kunnen worden bereikt? 233»

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 10