23 25 Toch waren enkele samenhangen ons onmiddellijk duidelijk em nóg! Zo was de Hypotheekbank opgericht wegens liquiditeitsmoei lijkheden bij de boerenleenbanken in 1906. En ze was opgericht in september 1908. En het was dus zonne-klaar, dat ze in mei 1959 precies vijftig jaar bestond. De liquiditeitsmoeilijkheden zullen dus inmiddels wel zijn opgelost. Jammer van die maquette. We heb ben haar gemist, want we zijn gek op maquettes. Maquettes ademen altijd. Ze ademen het speels-creatieve vernuft van de bouwer, die die elk kleerhaakje op de juiste plaats weet aan te brengen. En ze ademen toekomst, de toekomst waarin de mens wat perspectief wil zien, soms ondanks alles: elke maquette is een nauwkeurige belofte. Enmaar genoeg. Des professoren visie op, en vreugd over de groei van de boerenleenbanken van de zuiver-agrarische naar de plaatselijke sfeer konden wij persoonlijk niet delen al is de ont wikkeling niet te stuiten en al heeft ze niet alléén-maar-schaduw zijden, integendeel. Misschien zijn we wat ouderwets, maar zou een organisatie als de onze, buiten de landbouw wel zo hecht zijn ge worden? Wij hechten nogal sterk aan de culturele kracht van de boer, gevolg van de harmonische aard van zijn arbeid, en van zijn voortdurende ontmoeting met de natuur. Dat de huidige spaar- rente niet te hoog is, accoord, maar zou de vroegere rente van twee-komma-vier dat destijds wél zijn geweest? Het was ons alle maal niet meer zo duidelijk. Het denken viel ons moeilijk. Tenslotte werd ons gepeins tot gedommel. En wij droomden. In de verte klopte iemand met een enorme hamer op een holklinkende tafel en als op commando kwam uit ontelbare potjes de boter aan gestroomd. Wij hadden zitten staren in het zon-overgoten gras. Het werd stilaan wat lichter van tint, tot het geel was, goudgeel. Een enkele oneffenheid in de grasmat verdween, ze werd spiegelglad en glinsterde in de avondzon. De wind riep een kort gerimpel op, een soort fijne golfslag die de schittering vergrootte. Opeens was alles ons duidelijk: wij waren liquide! De ligstoel stónd niet meer, ze drééf in een meer van wegstromende boter. We dreven af en de enige muur, die ons kon stuiten, was nog slechts gereserveerd. Sa men met een onwaarschijnlijke massa andere reserve-onderdelen stond hij opgeslagen in een soort van zesdelige tent: een beter soort „dump" vol ondefinieerbare spullen. Vijf ton en meer. Duidelijk rees de muur voor ons op: hoog, strak, modern. Wij dreven er dwars doorheen, met stoel en al. Aan de andere kant echter zette zich de botervlakte voort tot aan de kim! Nou zoek je in zo'n geval

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 41