ümdbuu-cmiomiicfi nieuws Club van zeven Het verdrag tot instelling van de E.E.G. heeft ook buiten de 6 landen, welke aan de E.E.G. meedoen, tot veel discussies aanleiding gegeven. Vele personen in West-Europa waren en zijn nog van oordeel, dat de oprichting van de euromarkt zal leiden tot een economische en politieke splitsing van West-Europa, tenzij men er in slagen zou een brug te slaan tussen de E.E.G.-landen en de an dere O.E.E.S.-landen. Maar de pogingen sedert najaar 1958 aange wend om te komen tot een zgn. vrijhandelszone of economische associatie, werden niet met succes bekroond. En men is nu begon nen met de uitvoering van het E.E.G.-verdrag en speciaal met een vermindering van de invoerbeperkingen tussen de euromarktlanden onderling. Een aantal west-europese landen, welke niet aan de E.E.G. deel nemen, bleven niet bij de pakken neerzitten en gingen zich beraden over de mogelijkheid van een economische samenwerking met el kaar. Deze besprekingen begonnen in Stockholm op uitnodiging van de Zweedse regering. Hieraan namen deel vertegenwoordigers van 7 landen, namelijk van de 3 Scandinavische landen Zweden, Noorwegen en Denemarken, daarnaast van Engeland, Oostenrijk, Zwitserland en Portugal. Men spreekt daarom van de „Club van Zeven" of de „Club van Stockholm". Hoewel er bij deze onder handelingen tal van moeilijkheden en problemen naar voren kwa men, is men geleidelijk erin geslaagd het in beginsel eens te worden over de opzet van een economische samenwerking. Waarschijnlijk zullen op 20 juli a.s. in Stockholm door de 7 regeringen belangrijke beslissingen worden genomen. Een bijzonder grote moeilijkheid werd hierbij echter gevormd door de positie en houding van Denemarken of, zo men wil, door het vraagstuk van de landbouw. Men was het er wel over eens, dat voor de landbouw in het kader van de overeenkomst speciale rege lingen en voorzieningen moesten worden getroffen, maar van welke aard zouden deze moeten zijn? Van deze 7 landen is alleen Dene marken een echt agrarisch exportland. Ongeveer 60% van de deen- se uitvoerwaarde wordt gevormd door agrarische produkten, vooral vee, vlees en zuivelprodukten. Denemarken voelt er niets voor zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 25