2306
aan leveranciers of afnemers naar rato van hun leveranties of afna
men, dan is de winst niet belast, maar dit geldt ook wederom zowel
voor de N.V.'s als voor de coöperaties. Voor de coöperaties wordt
dit om technische reden in het aangehaalde wetsartikel uitdrukkelijk
bevestigd.
Wanneer wij deze regels nu bezien dan rijst de vraag, waar is nu
sprake van discriminatie?
Het is interessant in dit verband te attenderen op een uitspraak
van onze vorige minister van Financiën. In de handelingen van de
Eerste Kamer op 16 april 1958 lezen wij op pagina 372 in het ant
woord van de minister: „Wat is nu eigenlijk die discriminatie? Als
een groot winkelbedrijf dat in N.V.-vorm wordt geëxploiteerd, aan
zijn afnemers x procent korting ten laste van de winst mag geven,
waarom zou dit dan verboden zijn bij een coöperatieve vereniging,
die dezelfde of een soortgelijke korting aan haar afnemers garan
deert: waarom zou het dan voor de hand liggen, dat de coöpera
tieve vereniging hetzelfde doende over een deel van het afne
mersdividend belasting zou moeten betalen?"
Kennelijk ligt de belastingheffing bij coöperaties toch wel geheel
anders dan uit uw artikel van 10 juni 1959 geconcludeerd moet
worden.
Het verschil in belastingheffing tussen coöperaties en N.V.'s,
voorzover dat bestaat, zit dus niet in een discriminatie door de be
lastingwetgevers ten gunste van de coöperaties, maar in het verschil,
dat doorgaans kan worden geconstateerd enerzijds tussen de finan
cieringsstructuur van N.V. en Coöperatie een verschil, dat ove
rigens ook voorkomt tussen N.V.'s, denk maar aan de N.V.'s met
niet volgestorte aandelen en anderzijds tussen de prijspolitiek van
N.V.'s en Coöperaties. Wat betreft de financieringsstructuur kan
erop worden gewezen, dat financiering met aandelenkapitaal rela
tief minder belangrijk is bij de coöperaties. Daardoor hebben de
coöperaties en zulks op grond van de feitelijke verhoudingen
minder last van de dubbele heffing ten laste van de winstuitdelin
gen op aandelen, te weten eenmaal in de vennootschapsbelasting en
eenmaal in de inkomstenbelasting. Inmiddels is het voldoende be
kend, dat op het totaal van de bedrijfswinst het op het aandelen
kapitaal uitgekeerde deel daarvan relatief het minst belangrijk is.
Wat de prijspolitiek betreft kan worden opgemerkt, dat een N.V.
tracht om zoveel mogelijk winst te maken. Een coöperatie is er
echter op uit om een voor haar leden zo gunstig mogelijke prijsbe
paling te bevorderen: hetzij in de aankoop, zoals bij de aankoop- en