kwestie gevonden. En ik heb meerdere malen in lezingen, die ik
voor industriële werkgevers heb gehouden, gezegd: als u meent, dat
loonsverhoging niet draagbaar is voor uw bedrijfstak of uw onder
neming, moet u er zich tegen verzetten. Dat zou een reëel stand
punt zijn, maar als u werkgever er in toestemt en er is in de
afgelopen jaren meestal in toegestemd dan moet u niet doorbe
rekenen. Uit een oogpunt van gezamenlijke verdeling van het natio
naal inkomen behoort het zó te zijn, dat als de werknemersgroep
iets meer krijgt op een bepaald moment (dikwijls tengevolge van
een bepaalde ontwikkeling, waarbij de winsten reeds eerder waren
toegenomen) dit ten laste van de inkomens van de andere groep
moet komen, zodat een loonstijging niet moet worden doorbere
kend.
Nu weet ik wel, dat hierbij allerlei andere problemen ter sprake
komen, zoals de afstand tussen de leden en hun besturen; ik weet
wel, dat de besturen in Den Haag moeten beslissen en dat de indi
viduele leden van de organisaties het daar niet altijd mee eens zijn,
maar dat brengt geen wijziging in mijn mening. Daarom heb ik de
prijsstabilisatiepolitiek van Minister Zijlstra altijd bijzonder toege
juicht en in 1956, het jaar van de overbesteding, heeft deze politiek
bepaalde kwesties veel duidelijker aan het licht doen treden. Ter
wijl de lonen toen bijzonder sterk zijn verhoogd, zijn dank zij de
prijsstabilisatiepolitiek de prijzen slechts weinig gestegen en is de
last inderdaad gekomen op de ondernemersinkomens. U zult mis
schien menen, dat die ondernemers het recht hadden zich te ver
weren; dat recht hadden ze inderdaad bij de onderhandelingen
daarover, doch ik geloof niet, dat dat verweer toen zo sterk is ge
weest. Daarom behoorde men de consequenties te aanvaarden in de
vorm van een zekere verlaging van de winsten. M.a.w. als op een
bepaald moment de nationale koek meer verdeeld wordt naar de
werknemerszijde, dan zal de andere zijde op dat moment met een
lager inkomen genoegen moeten nemen. Tegenover Prof. Witte-
veen heb ik nog opgemerkt, dat volgens het SER-advies bij algeme
ne loonmaatregelen uitzonderingen op het verbod van doorbere
kening kunnen worden gemaakt. En ik herinner me toch wel van
de hele discussie, dat het zeker niet de bedoeling is geweest dat die
algemene loonmaatregel tot prijsstijging zou leiden. Het spreekt
overigens vanzelf, dat bij gedifferentieerde loonvorming van door
berekening helemaal geen sprake kan zijn, want waar kennelijk geen
ruimte is, behoort ook geen loonstijging plaats te vinden.
2301