zig6 De melksubsidie. De tweede subsidie, die aan de orde was gesteld, was de subsidie op de consumptiemelk. Dit is een ingewikkelde zaak; van het debat hierover heb ik vooral dit onthouden, dat of iets consumentensub sidie is, afhangt van het uitgangspunt. Er waren een aantal leden in de betreffende subcommissie van de SER die zeiden: men moet van een heel laag uitgangspunt uitgaan, want de internationale melk- waarde is zeer gering, en dan is er helemaal geen sprake van con sumentensubsidie, doch alleen van producentensubsidie; er waren anderen, die zeiden: neen, dat is een abnormaal lage waarde, men moet uitgaan van de kostprijs; dan komt men op een bepaalde waar de en die wil de regering naar beneden drukken ten behoeve van de consument, dus dan krijgt men daar een consumentensubsidie. Hoe dan ook, de SER is het er over eens geworden, dat de consu mentensubsidie, die er in de laatste gedachtengang zou zijn, moest verdwijnen en de raad heeft daarom voorgesteld binnen het ver loop van een jaar de prijs drie maal te verhogen met i cent per liter, dus in totaal met 3 cent per liter. De regering wil daarvan nu 4 cent maken. De regering heeft dus een ander uitgangspunt. De melkprijs zal in de gedachtengang van de regering moeten stijgen met 4 cent en de regering wil dan de helft daarvan opvangen door een verho ging van de kinderbijslag en de helft door verhoging van de lonen. De SER had voorgesteld compensatie alleen via de kinderbijslag. Persoonlijk kon ik me daarmee wel verenigen. Met name de grote gezinnen zullen door de stijging van de melkprijs het meest getrof fen worden en ik kon er vrede mee hebben, dat alleen die grotere gezinnen voldoende compensatie zouden krijgen en de andere het dan ten dele zelf zouden dragen. De regering is op dit punt meer perfectionistisch geweest en heeft gemeend ook alleenwonenden en kleine gezinnen een compensatie te moeten geven. Dit is geen kwes tie van principe, doch ik vind wel dat wij te veel proberen dat alle maal tot op de cent nauwkeurig te bekijken; bij stijgende welvaart moeten wij proberen deze gedetailleerde benadering te verlaten. De loonvorming. Ik kom nu tot de belangrijke kwestie van de loonvorming. Ik heb u reeds gezegd dat de meerderheid van de SER van mening was dat, voordat er iets met de huren zou gebeuren, eerst de lonen moesten worden verhoogd. Maar over de vraag, hoe dat nu zou moeten, waren de grote vakcentrales het onderling niet eens. Het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 12