NIEUWE HUISVESTING VOOR 22 BOERENLEENBANKEN! Het vraagstuk van de huisvesting der Boerenleenbanken trekt steeds meer de aandacht; dit niet alleen binnen onze eigen organisa tie, doch ook daar buiten, gezien de mededelingen, welke de Voor zitter van de Nederlandse Spaarbankbond op de algemene vergade ring van deze Bond, gehouden op vrijdag, 22 mei 1959, heeft gedaan tegenover zijn leden en waarin hij erop wees, dat voor de ontwik keling van de spaarbanken het dienstbetoon van grote betekenis is, waarbij een aangepaste huisvesting een grote rol speelt. Wij willen niet nalaten letterlijk aan te halen wat deze Voorzitter van de Nederlandse Spaarbankbond heeft gezegd: „En ik ben van mening, dat een uitbreiding van de diensten, die wij aan onze spaarders bieden, door hen meer op prijs gesteld zal worden en dus een betere bevordering van het sparen zal betekenen dan een hogere rente. Met deze uitbreiding van dien sten bedoel ik in de eerste plaats een ruime openstelling van de kantoren, het vestigen van bijkantoren en het inrichten van de kantoorgebouwen op zodanige wijze, dat het bezoeken daarvan aantrekkelijk zal zijn. Wij moeten met onze tijd meegaan en die tijd eist een doelmatige inrichting, waar de spaarders vlot be diend kunnen worden in een ruimte, waar geen luxe heerst, maar die prettig aandoet door licht en kleur. Het verheugt mij, dat ook in het afgelopen jaar weer vele spaarbanken zijn overge gaan tot het bouwen van nieuwe kantoren en tot modernisering van bestaande. Ik acht een ruime openstelling in een aantrekkelijke ruimte het allerbeste middel om het sparen te bevorderen. Ik zie daarvan een bevestiging, wanneer ik de openingstijden van onze spaar banken, voorzover die op het platteland gevestigd zijn, vergelijk met die van de boerenleenbanken en wanneer ik de resultaten van deze tegenover die van onze spaarbanken en de Rijkspost spaarbank stel. Ik noemde U daarnet de cijfers van de stortingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 2