eventueel zal moeten herzien. En dan zal blijken, dat een betere beloning van de factor arbeid in veel gevallen alleen zal kunnen worden bereikt door in de bedrijfsvoering zuiniger te zijn met man kracht en daar waar mogelijk te vervangen door kapitaalkostende machines. Dit nationale en individuele investeringsprogram van de Euro pese en dus ook van de Nederlandse landbouw vraagt ter uitvoering daarvan het maximum aan kapitaal en dus aan besparingen. Wordt dit alom zo wel begrepen? In woorden stellig wel. Geen regerings verklaring of regeringsprogram of millioenennota of S.E.R.-rapport verschijnt of daarin wordt de noodzaak gesteld van besparingen en nog eens besparingen om de noodzakelijke investeringen, noodzake lijk om bij te kunnen blijven in het integratie-proces, tot stand te kunnen brengen. Wat de landbouw betreft betekent dat, ondanks het meest welsprekend betoog van Prof. Thurlings te Wageningen, meer cultuurtechnische werken, omvattende niet alleen een betere verkaveling maar ook een betere afwatering, een modernisering van het wegen- en kanalenstelsel, enz. Maar daarvoor zou het geld ont breken. Indien men zijn oor te luisteren legt, moet men vrezen, dat op de juist in dit tijdsbestek zo noodzakelijke cultuurtechnische werken bezuinigd gaat worden. En dan vraag ik mij af, of indien dit moet worden gevreesd niet zou moeten worden bevorderd, dat de kapitaalsstroom meer doeltreffend op de landbouw wordt gericht. Hoe zou dit kunnen geschieden? Wel, zou ik willen vragen, kijk hier naar de Noord-Oost Polder en naar de Wieringermeer. Voor zover daar bedrijfsoverschotten worden gekweekt, dreigen deze voor een goed deel buiten de landbouw te worden uitgezet, omdat in het systeem van uitsluitend pachtboerderijen voor belegging in het bedrijf nauwelijks ruimte is. Waarom dan niet de gelegenheid geboden grond en gebouwen in de nieuwe polder in eigendom te verwerven. Zoals ik reeds zeide, geldt voor de gemeenschap der zes landen, dat 61% van de landbouwgrond eigendom is voor de exploiterende boeren zelf. Ook in dit licht rijst de vraag of deze eilanden van 100% pachtverhouding, zoals de situatie is in de nieu we polder, wel als zodanig in stand moeten blijven. Moeten we ook op het „nieuwe" land niet naar de gemengde structuur, die de land bouw in alle landen vertoont, nl. dat naast de pacht algemeen de grondeigendom als basis van de bedrijfsvoering voorkomt. Zou ook de mogelijkheid om grond en gebouwen in eigendom te verwerven naast handhaving van de bestaande pachtverhouding zo dikwijls dit 2259

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 15