Niettemin blijft het aanbeveling verdienen de rekeninghouders zoveel als mogelijk is, de opdrachten zelf te laten invullen. Beide partijen hebben daarvan voordeel. De rekeninghouder kan zich een speciale gang naar de bank besparen en hinderlijk oponthoud tij dens de openstellings-uren van de bank wordt vermeden. Uiter aard zal het enige inspanning kosten om de rekeninghouders te le ren, hoe de AA'tjes moeten worden ingevuld, doch het loont de moeite dubbel en dwars. In de tweede plaats heeft het girale geldverkeer op een groot aan tal plaatselijke banken een zodanige omvang aangenomen, dat de da gelijkse stroom van op de Centrale Bank binnenkomende AA-twee- tjes te groot werd om zonder stagnatie te kunnen worden uitge voerd. Dit leidde tot de invoering van bank- en postgiro-biljetten, welke door de plaatselijke bank op grond van door de rekening houders gegeven opdrachten worden ingevuld en, vergezeld van recapitulatiestaatjes, aan de Centrale Bank ter uitvoering worden gezonden. Alsdan worden derhalve geen opdrachten AA2 meer aan de Centrale Bank gestuurd. Hoewel in bepaalde gevallen het ge bruik van bank- en postgirobiljetten meer tijd op de plaatselijke bank vergt, weegt het voordeel van sneller uitvoeren en minder kans op fouten bij de overboeking daar ruimschoots tegenop. Het is overigens niet denkbeeldig, dat bij aanhoudende toename van het aantal op de Centrale Bank binnenkomende opdrachten in de toe komst het formulier AA2 geheel buiten gebruik gesteld zal moeten worden en uitsluitend bank- en postgirobiljetten aan de Centrale Bank zullen kunnen worden gezonden. Intussen wordt bij voortduring getracht de afdoening van op de Centrale Bank binnenkomende opdrachten te versnellen, zij het dat de steun van de plaatselijke banken daarbij onontbeerlijk is. Thans is een gewijzigde druk van het formulier AA verschenen voor wat betreft de bloes AAi en 2. Het formaat van het formulier is gelijk gebleven, doch de voor het vermelden van de gegevens beschikbare ruimte is groter en overzichtelijker geworden. De belangrijkste wijziging is echter aangebracht in formulier AA2. Bij de oude druk moest elke AA2 voorzien worden van het stempel van de bank en de handtekening van de kassier. Dit is bij de nieuwe druk niet meer mogelijk. In plaats daarvan moeten bij de in te zenden formulieren AA2 recapitulatiestaatjes worden ge- 2173

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 25