deviezenreserves meer te zien, hoewel het lopende betalingsverkeer met het buitenland én de export van effecten nog regelmatig be hoorlijke overschotten vertonen. Al worden dienaangaande geen cijfers gepubliceerd, toch kan men veilig aannemen dat ter compensatie van het gebrek aan beleg gingsmogelijkheden hier te lande, aanzienlijke bedragen als geld- marktuitzettingen in het buitenland worden aangehouden. Terwijl daggeld hier ij/2% noteert, maakt men daarvoor in Londen 3%; voor driemaands papier komt men te Londen op ruim 3,2% en in New York op ruim 2,9%) tegenover 1 in Nederland. Wanneer met ingang van 1 mei ook West-Duitsland zijn geldmarkt voor het buitenland heeft geopend (daggeld en 3-maands papier doen beide 2 }^8%), dan kan het wel eens gebeuren, dat onze gepubliceerde de viezenreserves gaan dalen in plaats van stijgen. Alle genoemde per centages liggen, ook wanneer men daarin het valutarisico verrekent, immers ruim boven onze tarieven. De Vereeniging voor den Effectenhandel deelde mede, dat Phi lips ook weer in maart het meest verhandelde beursaandeel was; alles wijst erop, dat de maand april hetzelfde beeld zal geven, d.w.z. Philips aan de leiding en enkele grote beleggingsfondsen dicht daar op volgend. Zo doet zich weer het bekend beursverschijnsel voor, dat een hausse op de aandelenmarkt een bijzondere belangstelling voor de beleggingsfondsen in het leven roept. Dat een deel van de uit verkoop van aandelen vrijkomende middelen daarnaast emplooi zoekt op de obligatiemarkt, blijkt uit de verdere stijging van de obligatiekoersen. n-4-59 3^% Nederland 334% Nederland 9°v& 3%%» Nederland 9Y/& 4/4% Nederland J959 3 34% Nederland 94/4 334% Nederland 3% Grootboek 3% Investeringscert. 9lVz (3-51 (3.55%) 6% Bank Ned. Gem. 1957 ui/4 5% Bank Ned. 4/4% Bank Ned. Gem. 1958 ioi34 (4.67%) 2171 20-3-59 1947 93/4 (3.92%) 9S/1 (3.96°/0) 1954 89% (4.18%) (4.12%)) 195 3 95/4 (4.18%) (4.13%) 101 (4.41%) 10234 (4.30%) 1956 93/4 (4-22°/o) (4.08%) 1953 94/4 (4.17%) 95 (4.09%) 1946 91 (4.01%) 9015/l6 (4.07%) 9711/ie 11 i13/i6(4.8o%) (4.81%) Gem. 1958 104 (4.68%) 104% (4.62%) 102% (4.53%)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 23