terwijl de resultaten van de transacties met niet-leden op de exploi tatierekening van de belaste activiteiten tot uitdrukking worden gebracht." Een belangwekkende materie, waarmede de Coöperatieve Cen trale Boerenleenbank zich gedurende de afgelopen jaren heeft bezig gehouden, is de Kredietverlening aan emigrantenwaarover Drs A. Nijssen een bijdrage in de bundel heeft geschreven. Na bespro ken te hebben, hoe de overheid er toe gekomen is op de rijksbe groting bedragen uit te trekken in verband met het stellen van ga ranties door de staat ten behoeve van kredietverlening aan emi granten, gaat de schrijver in op de garantie van de staat voor door de Nova Scotia Land Settlement Board aan emigranten te verlenen kredieten en voor de aan de St. Willibrord Credit Union, eveneens in Canada, verstrekte lening. In dit laatste geval trad de Coöpera tieve Centrale Boerenleenbank als geldgeefster op. Dit was ook het geval met verschillende meer incidentele financieringen ten behoe ve van Nederlandse boeren in België, Luxemburg en Frankrijk. Tot slot van zijn bijdrage gaat Drs Nijssen in op het heffen van een risicopremie bij de bedoelde garantiekredieten, waarvoor z.i. in sommige gevallen geen ruimte aanwezig is. De laatste bijdrage van de bundel wordt gevormd door een uit voerige en fundamentele verhandeling van de hand van Mr J. L. Sioitzar en Mr H. Chr. J. Ie Loux onder de titel „Van borgtocht tot zekerheids eigendom", welke verhandeling zich als volgt laat samenvatten. De boerenleenbanken zijn, ter veiligstelling van de middelen hun door de inleggers toevertrouwd, verplicht er voor zorg te dragen, dat de terugbetaling van de uitgeleende gelden zo goed mogelijk is gewaarborgd. Deze plicht is in de statuten van de boerenleenbanken neergelegd. De desbetreffende bepalingen worden bij voortduring aangepast zowel aan de zich steeds wijzigende financieringsbehoeften als aan de nieuwe mogelijkheden, welke wet en rechtspraak met betrek king tot de verschillende zekerheden bieden. Aan de hand van de statuten wordt de ontwikkeling van de zekerheidsstellingen bij de boerenleenbanken besproken. Achtereenvolgens worden de borg tocht, de hypotheek, de verpanding, de cessie en de zekerheidsover dracht aan een nadere beschouwing onderworpen, welke beschou wing zich beperkt tot de kwesties, welke naar de mening van de schrijvers nog eens speciaal in het licht dienen te worden gesteld. 2I58

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 10