Interim rapport betreffende de wettelijke regeling van zakelijke zekerheidsrechten, speciaal in verband met de credietverlening in de landbouw In de Mededelingen no. 445 d.d. oktober 1957 treft men het verslag aan van de installatie van de Commissie Landbouwcrediet. Doel van deze commissie is, zoals in het aangehaalde verslag te lezen staat, het doen verrichten van een grondige studie van de financiering van het agrarisch-bedrijfsleven in Nederland. Ten nauwste hiermede verweven is de mogelijkheid de credieten te waarborgen, die de landbouwende bevolking voor de uitoefening van haar bedrijf behoeft. De persoonlijke borgstelling, die aanvan kelijk bij het landbouwcrediet voorop stond, heeft door verschil lende oorzaken, waarop wij in het kader van dit artikel niet ver der willen ingaan, in de loop der jaren veel aan belangrijkheid inge boet en haar primaire plaats moeten inruimen voor zakelijke zeker heid in allerlei vorm. Het vanuit de gezichtshoek van het landbouwcrediet nader be zien van de verschillende mogelijkheden om zakelijke zekerheid te fourneren vormt daarom een zeer belangrijk onderdeel van de taak, waarvoor de commissie zich heeft gesteld gezien. Zij werd daarbij onmiddellijk geconfronteerd met het bij Koninklijke Boodschap d.d. 4 november 1954 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoor stel tot vaststelling van Boek 3 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, waarin als onderdeel van het Vermogensrecht, ook het recht van pand en hypotheek zijn plaats gevonden heeft. Dit noodzaakte de commissie te onderzoeken eerstens of en in hoeverre de voorgestelde regeling inderdaad een verbetering kan worden geacht van de huidige situatie, zoals deze zich mede onder invloed van de jurisprudentie heeft ontwikkeld en daarnaast of zij kan worden geacht aan redelijke wensen te voldoen dan wel nog verdere aanvulling behoeft. De commissie heeft, daarbij voorge licht door de juristen van de beide Centrale Landbouwcredietban- ken, onlangs over deze materie een interim rapport uitgebracht aan haar opdrachtgevers, die dit rapport hebben doorgezonden naar het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 8