standig bezig gehouden met het budgetteringsprobleem. In de loop van 1953 namen de 4 spaarinstellingen het besluit om in de toe komst in het gezamenlijk exploiteren van het G.B.I. tezamen de budgetteringsvoorlichting ter hand te nemen. In het voorlichtingswerk op het stuk van de gezinsbudgettering heeft het sociaal aspect steeds voorop gestaan. Dit voorlichtings werk werd aanvankelijk evenals ook nu nog uitgedragen in lezingen voor vrouwengroepen en volksuniversiteiten. Geleidelijk aan heeft het werk zich verder ontwikkeld. Naast de vele vrouwenorganisa ties profiteren thans maatschappelijke werksters, gezinsverzorgsters en instellingen van maatschappelijk werk van de voorlichting, zoals die door het G.B.I. wordt gegeven. Voor leraressen van Mater Amabilisscholen en Zonnebloemscholen evenals voor de medewerk sters van boerinnenbonden werden en worden kaderopleidingen verzorgd. Bovendien worden ook persoonlijke budget-adviezen gegeven. Voor wat betreft de organisatie ter plaatse van lezingen, die door het G.B.I. worden verzorgd, zijn wij aangewezen op de financiële medewerking van de plaatselijke spaarinstellingen. Aanvankelijk werd een beroep gedaan op een bepaalde plaatselijke spaarbankin stelling om in de kosten van een te houden lezing bij te dragen; in de verdere ontwikkeling van het G.B.I. is gebleken, dat het voor beeld van samenwerking, dat in de top werd gegeven, gevolg heeft mogen vinden in de samenwerking ter plaatse, doordat tegenwoor dig dergelijke bijeenkomsten meestal gefinancierd worden door alle ter plaatse werkzame spaarinstellingen, te weten de Rijkspostspaar bank, de plaatselijke spaarbank en de plaatselijke boerenleenbanken, zo die eveneens aldaar werkzaam zijn. Het verheugt ons zeer, dat daardoor het G.B.I. ook heeft geleid tot een beter begrip voor sa menwerking tussen de verschillende spaarbankinstellingen onder ling. De resultaten, die door het G.B.I.-werk worden bereikt, zijn niet in cijfers vast te leggen. Veel meer dan in het materiële vlak komt immers het resultaat van het G.B.I.-werk tot uitdrukking in een levenshouding en in een levensstijl, waarin de menselijke persoon lijkheid groeit met het toenemend besef van verantwoordelijkheid voor een zo doeltreffend mogelijke besteding van de gezinsinkom sten. Ongetwijfeld is de vergroting van levensgeluk, die wordt ge kregen door het toenemend besef van eigenwaarde en het toene- 2117

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 5