De gemeente-spaarregelingen
in het kader van de bezitsvorming
Alhoewel op dit moment nog niet kan worden gezegd, dat de
practische toepassing van de bezitsvorming een stormachtige ont
wikkeling doormaakt, kan toch met voldoening worden geconsta
teerd, dat het onderwerp als zodanig in brede kring een steeds
groeiende belangstelling geniet.
Uiteraard zijn de tot nu toe door de Overheid getroffen maatre
gelen ter bevordering van de bezitsvorming aan deze verheugende
ontwikkeling niet vreemd. De invoering van de Jeugdspaarwet in
oktober 1958, de over enige maanden te verwachten totstandko
ming van de spaarregeling voor rijksambtenaren, alsmede de naar
analogie van de rijksambtenarenspaarregeling intussen reeds inge
voerde gemeente-spaarregelingen, blijken in de praktijk evenzovele
media tot verdere popularisering van een wijdverbreide bezitsvor
ming.
Wanneer in de naaste toekomst dan bovendien nog door de
Overheid zal worden bepaald, dat de werknemer over de hem toe
gewezen, respectievelijk uitbetaalde spaarpremiebedragen niet lan
ger loonbelasting verschuldigd is, zal de laatste weerstand, die nu
nog wel eens bij werknemers wordt aangetroffen, zijn opgeheven.
Resumerend kan uit de bovengeschetste ontwikkeling de conclu
sie worden getrokken, dat de bezitsvorming tot voor kort slechts
een bij velen levend ideaal thans bezig is in belangrijke mate
terrein te winnen.
Bezitsvorming en sparen gaan ten nauwste met elkaar samen.
Het zal derhalve geen verwondering wekken, dat onze boerenleen
bank-organisatie het rijpings-proces van de bezitsvorming van dag
tot dag en met grote aandacht volgt en zich beijvert tijdig maatre
gelen te treffen, teneinde de met de verdere ontwikkeling gepaard
gaande propaganda op het juiste moment te kunnen lanceren. Hier
ligt immers een duidelijke taak voor onze boerenleenbanken zowel
uit een oogpunt van algemene voorlichting als in propagandistisch