2079 Voor belastingen moest ongeveer 1,5 millioen worden uitge trokken, te vergelijken met 990.000,over 1957. De bedrijfs winst (vóór belastingen en reserveringen, doch na afschrijvingen) van de beide laatste jaren kan als volgt worden opgesteld: 1958 1957 Bouwreserve Effectenreserve Voorziening voor bijzondere kosten Voorziening voor bedrijfsrisico's Voorziening voor Belastingen Winst Af: Voorziening Belastingen Netto winst De voorziening van 50.000,— voor bijzondere kosten wordt voorgesteld met het oog op de aanstaande jubileumviering. Boven dien zal worden voorgesteld het steunfonds boerenleenbanken dit jaar te doteren met 50.000,tegen 10.000,in het vorig jaar. Na bijboeking van het restant winstsaldo bij het reservefonds is de reservepositie van de Centrale Bank als volgt: Reservefonds plus 6.595.000,- 480.000,- Gemeenschappelijke reserve bij: Effectenreserve Bouwreserve Het jaar 1958 werd opnieuw, evenals het vorig jaar, gekenmerkt door de opvallende spaarvorming bij de boerenleenbanken. Hierbij kan worden opgemerkt, dat uit een enquête, die per ultimo decem- 500.000, 400.000, 300.000, 50.000, 300.000, 250.000, 1.485.000,— 990.000, 594.000,— 469.000, 3.229.000, 2.109.000, 1.485.000, 990.000, 1.744.000, I.119.000, 2.130.000, 53.000,— 7.075.000,— 2.183.000,- 4.800.000,- 2.000.000,- Totaal 16.058.000,-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 7