bank, die van een andere Boerenleenbank een cheque ter incasso
ontvangt, wordt namelijk in het advies 49-3 verzocht de tegen
waarde over te maken aan de Centrale Bank.
De kassier behoeft zich echter bij het overmaken van het cheque
bedrag niet af te vragen, waar dit bedrag uiteindelijk terecht moet
komen. Bij elke ter incasso gezonden cheque bevindt zich een ad
vies. Ter overschrijving van het cheque-bedrag kan nu volstaan
worden met daarop te schrijven „Voor acoord" gevolgd door het
stempel van de bank en de handtekening van de kassier, waarna dit
advies naar de Centrale Bank wordt gezonden in een giro-envelop.
Een afzonderlijke opdracht is alsdan niet nodig en dient ook bij
voorkeur niet te worden ingezonden. Aan de hand van de terugge
zonden adviezen zorgt de Centrale Bank voor overboeking van het
chequebedrag onder aantekening daarvan in het cheque-incasso-
register. Zou de plaatselijke bank ter overmaking van een cheque
bedrag een opdracht AA2 of bankgiro insturen, dan wordt deze in
de massa giro-opdrachten verwerkt en ontgaat daardoor aan de
aandacht van de Centrale Bank, zodat de betrokken cheque in het
cheque-incasso-register blijft openstaan.
Ook voor de plaatselijke Boerenleenbanken is een vlot verloop
van het cheque-incasso van belang. Wij doen dan ook gaarne een
beroep op de Heren Kassiers om in voorkomende gevallen op de
hierboven aangegeven wijze te handelen.
2102