IN MEMORIAM Prof. Dr. W. RIP Geheel onverwacht overleed op zondag 8 februari j.1. Prof. Dr. W. Rip, in leven lid van het bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, lid van de Eerste Kamer der Staten-Ge- neraal en van het Europese Parlement, als hoedanig wijlen Prof. Rip ook zitting had in de landbouw-commissie van dit Parlement. In gemelde hoedanigheden heeft er in toenemende mate contact bestaan tussen de overledene en functionarissen van onze Centrale Bank. En zoals het dan meer gaat: met de veelvuldigheid der con tacten groeit ook de waardering. Zo was het ook in de verhouding van onze Centrale Bank tot wijlen Prof. Rip. Deze waardering vond zijn grondslag in zijn eenvoudig en vrien delijk karakter, in de bekwaamheid van zijn geest en in de grote toewijding en ijver, waarmede wijlen Prof. Rip zijn grote gaven in dienst heeft gesteld van landbouw en landbouwcrediet. Hij laat een grote leegte na. Daarvan werd ook getuigd door Kamerpresident en Regering in de Eerste Kamer. Ook dezerzijds werd daaraan in de Eerste Kamer herinnerd bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, toen het ging over de inpassing van de landbouw in de gemeenschappe lijke markt van de zes landen en eventueel in een vrijhandelszone en wel met de navolgende woorden: Hoe zullen wij in dit gesprek, hetzij het wordt gevoerd in onze Kamer of in het Europees Parlement of in deszelfs Com missie voor de Landbouw, in de toekomst missen het gezag hebbend woord van ons medelid en van onze christen-demo cratische fractiegenoot in het Europees Parlement, wijlen prof. dr. W. Rip, aan wiens nagedachtenis door U, Mijnheer de President, en namens de Regering door de bewindsman bij de aanvang van deze vergadering piëteitsvolle woorden wer den gewijd. Als geen ander heeft wijlen collega Rip geijverd voor een juiste inpassing van de landbouw in de Gemeen schap, alsmede in een eventuele vrijhandelszone in het alge meen en in het bijzonder in het prijzensysteem, waarover hij, nu juist een week geleden, te Brussel in de Landbouwcommis-

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 2