Het verstrekken van inlichtingen over het verloop van de spaarrekeningen aan erfgenamen In het spaarreglement, dat in de boekjes staat afgedrukt, komt de bepaling voor, dat de Bank niet verplicht is tot het geven van inlichtingen aan de erfgenamen van de inlegger, verder gaande dan de stand der rekening op de dag van het overlijden. Degene, die gelden bij de Bank inlegt, moet geacht worden deswege door de Bank gestelde voorwaarden te hebben geaccepteerd, waarmede hij voor zijn erfgenamen afstand heeft gedaan van hun recht om van de Bank inlichtingen te verlangen omtrent hetgeen er vóór het over lijden van de erflater met diens rekening heeft plaats gevonden. Aan de beheerders onzer banken wordt ernstig in overweging ge geven zich stipt aan deze regel te houden. Aan een erfgenaam, die inlichtingen wil hebben over de rekening van de erflater, mogen dus alleen worden opgegeven de stand van de rekening op de da tum van overlijden en de mutaties, welke zij nadien heeft onder gaan. Gaat men met het geven van inlichtingen verder, dan is het hek van de dam en het leed niet meer te overzien. Ons zijn gevallen bekend, waarin men inlichtingen zou willen hebben zich uitstrek kende over een periode van maar liefst 25 a 30 jaren. Dat hieraan niet kan worden begonnen, is zonder meer duidelijk. Het komt zij het gelukkig sporadisch ook nog wel eens voor, dat erfgenamen de hulp van de politie inroepen bij hun po gingen om van hun mede-erfgenamen vergoeding te verkrijgen van schade, die zij menen door gedragingen van die mede-erfgena men te hebben geleden en dat de politie zich geroepen acht deswege ten kantore van de Bank een nader onderzoek in te stellen. Naar aanleiding hiervan zij medegedeeld, dat beheerders en kassier tegen over de justitie zich niet kunnen beroepen op het ambtsgeheim, dat zij verplicht zijn te bewaren. Dit wil daarom echter nog helemaal niet zeggen, dat de kassier nu maar aan de eerste de beste politie beambte, die zich te zijnen kantore vervoegt, alle mogelijke inlich tingen met inzage van boekjes etc. moet geven. Dit is alleen het ge val, indien de betrokken beambte in het bezit blijkt te zijn van een opdracht tot het instellen van een onderzoek, afgegeven door de Officier van Justitie. In voorkomende gevallen moet door de kas sier worden begonnen van deze opdracht inzage te vragen. Kan zij 2096

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 24