2°95 c. het door de rekening aangewezen saldo tegoed slechts gering is b.v. minder dan 300,— indien er kinderen c.q. kleinkin deren zijn en minder dan 100,— indien de erflater onge huwd en zonder legitimarissen na te laten is overleden. 2. Over de saldi tegoed ten name van de erflater uitstaande mag alleen worden beschikt door de gezamenlijke erfgenamen dan wel door degene, die zij schriftelijk daartoe hebben gemachtigd. Als gemachtigde kan optreden hetzij een van de erfgenamen zelf b.v. de langstlevende echtgenoot of een derde zoals de boedel notaris. Deze laatste moet echter evengoed als ieder ander een schriftelijke machtiging kunnen produceren, wil hij het tegoed in ontvangst nemen. Uitbetaling alleen op grond van het feit, dat hij door de erfgenamen als boedelnotaris wordt aangewezen, is dus niet langer toegestaan. 3. Kan door onvoorziene omstandigheden de medewerking van alle erfgenamen tezamen niet worden verkregen, dan mag bij wijze van uitzondering aan elke erfgenaam afzonderlijk worden uitbetaald het aandeel, dat hem blijkens de verklaring van erf recht toekomt, mits daarbij een speciale kwitantie door hem wordt getekend. 4. Het doen van betalingen, die geen uitstel kunnen lijden (begra feniskosten, belastingschulden) is zonder uitdrukkelijke opdracht van de gezamenlijke erfgenamen of hun schriftelijk gemachtigde alleen geoorloofd, indien de betaling rechtstreeks door de kas sier wordt verzorgd door overmaking van het verschuldigde bedrag aan de instantie, die het geld te vorderen heeft.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 23