dat wordt geweigerd zelf te komen, of iemand anders te machtigen
dan wel doordat de verblijfplaats van de betrokken erfgenaam on
bekend is. Vanzelfsprekend mogen de mede-erfgenamen van dit
gemis aan medewerking van de zijde van een hunner niet de dupe
worden. Daarom bestaat geen bezwaar er tegen om, indien het be
slist niet mogelijk is de medewerking van alle erfgenamen te ver
krijgen, bij wijze van uitzondering over te gaan tot uitbetaling van
het tegoed in gedeelten, zulks in dier voege, dat de erfgenaam, die
daarom vraagt, zijn aandeel in het tegoed kan krijgen tegen afgifte
zijnerzijds van een speciale kwitantie, waarin hij erkent zijn aandeel
te hebben ontvangen en te dezer zake niets meer van de Bank te
vorderen te hebben. Het is dan echter wel nodig, dat de kassier
precies weet, hoe groot dit aandeel is, waarbij de verklaring van
erfrecht weder haar diensten bewijst. Mocht dit aandeel met vrucht
gebruik zijn bezwaard b.v. ten behoeve van de moeder, dan is bij
de uitbetaling behalve de handtekening van de erfgenaam ook die
van de vruchtgebruiker noodzakelijk.
Moeten door de erfgenamen betalingen wordert gedaan, die geen
uitstel kunnen lijden, zoals begrafeniskosten of reeds vervallen be
lastingtermijnen en is het beslist onmogelijk om op korte termijn
door alle erfgenamen een volmacht getekend te krijgen b.v. omdat
er erfgenamen bij zijn, die in het buitenland vertoeven, dan kan de
kassier bij wijze van uitzondering door de erfgenamen, die wel be
reikbaar zijn, toch over het tegoed laten beschikken voor het doen
van deze betalingen op voorwaarde nochtans, dat de kassier zelf
voor het voldoen van de betreffende nota's zorgdraagt. Deze moe
ten hem dan voor dit doel worden ter hand gesteld, vergezeld van
een namens de gezamenlijke erfgenamen getekende opdracht tot
betaling.
Het bovenstaande leidt derhalve tot de volgende conclusies:
i. Bij overlijden van een rekeninghouder moet overlegging wor
den verlangd van een door de notaris afgegeven verklaring van
erfrecht.
Deze verklaring kan echter achterwege blijven indien:
a. de rekeninghouder geen andere erfgenamen heeft nagelaten
dan de langstlevende echtgenoot;
b. alle kinderen van de erflater nog het ouderlijk huis bewonen;
2op4