ner of iemand anders zoals de boedelnotaris schriftelijk machtigen om voor en namens hen als gezamenlijke erfgenamen over het te goed te beschikken, in welk geval de lasthebber, na zich door over legging van zijn lastgeving te hebben gelegitimeerd, de door hem af te geven kwitantie moet ondertekenen „namens de erven" ge volgd door zijn eigen handtekening. Tekenen echter de meerder jarige erfgenamen zelf, dan moet boven de ondertekening worden gesteld: „de erven X." Indien een of meer kinderen elders wonen, wordt de situatie minder overzichtelijk. Komt daar nog bij, dat een van die kinderen zelf reeds was overleden, voordat de erflater stierf en op zijn beurt Ook weer kinderen heeft nagelaten, waardoor dus kleinkinderen in het tegoed zijn medegerechtigd geworden, dan kan de stand van zaken bepaald gecompliceerd gaan worden. In dat geval brengt een door de boedelnotaris af te geven verklaring van erfrecht uitkomst. Aan de kassiers wordt daarom dringend in overweging gegeven overlegging van zulk een verklaring te verlangen, zodra zij zelf niet meer met zekerheid kunnen zeggen, wie nu eigenlijk de erfgena men zijn. De verklaring geeft immers hierop een duidelijk antwoord en bevat tevens de adressen van de erfgenamen en de aandelen, waarvoor ieder gerechtigd is. Gaat het om een tegoed van enige betekenis ofwel zijn er onder de erfgenamen niet-ingezetenen ingevolge de deviezenvoorschrif- ten, dan kan een verklaring van erfrecht nog minder worden gemist. Alleen indien het spaartegoed niet groter is dan een paar honderd gulden en vaststaat, dat alle kinderen ingezetenen zijn, bestaat tegen uitbetaling alleen aan de aanbrenger van het boekje geen bezwaar en kunnen zich de erfgenamen de kosten van een notarisverklaring besparen. De Bank kan zich immers nog altijd op de aanbrengclau- sule beroepen, indien later blijken mocht, dat, geheel te goeder trouw, is uitbetaald aan een persoon, die in feite niet of slechts ten dele gerechtigd was over het tegoed te beschikken. Mocht blijken, dat er onder de erfgenamen een of meer niet- ingezetenen zijn, dan moet het aandeel van de betrokken erfgenaam worden overgeboekt naar een nieuwe, te zijnen name te openen re kening, waarover alleen met inachtneming van de deviezenvoor- schriften mag worden beschikt. Het is daarom nodig, dat de kassier precies weet voor welke gedeelten de niet-ingezetenen medegerech tigd zijn, hetgeen alleen door overlegging van een verklaring van erfrecht kan worden bereikt. In de praktijk komt het meermalen voor, dat de overleden reke- 2092

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 20