JtecRt m Weti |i Betreft uitbetaling na overlijden In de maand december van het vorige jaar verzond de Broeder schap der Notarissen aan de aangesloten leden een circulaire be treffende de positie van de boedelnotaris. De aanleiding tot deze circulaire was dat, naar was gebleken, de notarissen die met de af wikkeling van een boedel zijn belast, zich in de praktijk nog al eens tot de bank wenden met het verzoek het aldaar ten name van de erflater uitstaande tegoed aan hen uit te betalen of over te maken, zonder dat zij zich, als zijnde daartoe door de gezamenlijke erfge namen gemachtigd, kunnen legitimeren. In het feit, dat dit, zij het gelukkig bij hoge uitzondering, tot misbruik aanleiding heeft kun nen geven, hetgeen voor de betrokken bank uiterst onaangename gevolgen kan hebben, heeft het hoofdbestuur van de Broederschap aanleiding gevonden zich over deze situatie nader te beraden. Men is daarbij ervan uitgegaan, dat de notaris alleen aan het feit, dat hij boedelnotaris is, niet het recht kan ontlenen om te beschikken over vermogenswaarden, die tot de nalatenschap behoren. Deze overwe ging leidde tot de conclusie, dat de boedelnotaris, die nog niet over een door de gezamenlijke erfgenamen ondertekende volmacht be schikt, zich in de toekomst nog alleen tot de Bank zal mogen wen den met een verzoek tot uitbetaling of overboeking, wanneer daar aan werkelijk behoefte bestaat en dispositie door de erfgenamen zelf ofwel het verkrijgen van een schriftelijke lastgeving practisch onmogelijk is. Dat de dispositie inderdaad geen uitstel kan lijden, zal de notaris ten genoege van de Bank moeten aantonen. Uitdruk kelijk is daarbij echter de bepaling gemaakt, dat uitvoering van een opdracht gegeven door een boedelnotaris, die niet of nog niet in het bezit is van een door de gezamenlijke erfgenamen ondertekende volmacht, in geen geval zal mogen leiden tot overboeking van het tegoed van de erflater of van een gedeelte daarvan naar de eigen rekening van de boedelnotaris. De schulden, welker betaling geen verder uitstel lijden, moeten m.a.w. rechtstreeks door de bank wor den betaald hetzij door overboeking naar de rekening van de des betreffende crediteur hetzij in contanten nadat de te betalen nota

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 18