gemeenschappelijk voergraanbeleid zal aan verschillende factoren bijzondere aandacht geschonken moeten worden. Men zal in het oog moeten houden, dat relatief hoge voergraanprijzen zullen kun nen leiden tot een aanmerkelijke uitbreiding van de voergraan-pro- dukten. In zo'n situatie zou de E.E.G. moeilijkheden krijgen met de grote graan-exporteurs zoals Canada, de Verenigde Staten en Argentinië en zou het allesbehalve gemakkelijk zijn een min of meer stabiel prijsniveau voor voergranen te handhaven. Bovendien zou dan de verlening van export-restitutie voor veredelde produk- ten in het gedrang komen. Voor ons land, met o.a. zijn grote uitvoer van hammen in blik en vleeswaren naar de U.S.A. en Engeland, en straks voor de euro- marktlanden gezamenlijk is het behoud van de export-restitutie van zeer grote betekenis. Zonder deze zou een concurrentie op de markten buiten de E.E.G. met de andere landen nagenoeg onmo gelijk worden. Want de doelstelling en het effect van de uitvoer restitutie zijn juist het ongedaan maken van de verhoging van de voergraanprijzen in het binnenland boven het prijsniveau van de wereldmarkt. En hoe zouden b.v. de varkenshouderij en de vlees industrie van ons land kunnen concurreren met landen als Dene marken op de Engelse en Amerikaanse markten, als de voergraan prijzen hier aanmerkelijk boven die op de wereldmarkt zouden liggen zonder een mogelijkheid van compensatie, van restitutie bij uitvoer van dierlijke produkten? Maar ook zal bij de vaststelling van het gemeenschappelijk voer graanbeleid niet uit het oog mogen worden verloren, dat de afzet van varkens, eieren, slachtpluimvee op de E.E.G.-markten in ge vaar kan komen. Hoge voergraanprijzen moeten tenzij men de veredelingsmarge laag wil houden en de varkens- en pluimveehou derij de dupe wil laten worden gepaard gaan met relatief hoge prijzen voor varkens, eieren, enz. Daardoor wordt het verbruik af geremd, zodat de produktie-mogelijkheden voor deze veehouderij sectoren geringer worden. Maar bovendien ontstaat dan het grote gevaar, dat van buiten de E.E.G. eieren, varkens, enz. op de E.E.G.- markten worden afgezet uit landen, waar de voergraanprijzen be duidend lager zijn. Een land als Denemarken zou van zo'n situatie gaarne gebruik maken. Bij betrekkelijk hoge marktprijzen voor voergraan in het E.E.G.-gebied zal men niet kunnen uitkomen aan een bescherming van varkens-, pluimveehouderij en andere voer- 2085

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 13