2046
onderzoek moeten betreffen het aanbod van crediet- of financie
ringsmiddelen van de zijde van het landbouwcrediet van andere
financiële instellingen of van derden, waaronder in de landbouw de
credietverlening door familie of vrienden dikwijls van groot belang
is. Aan de hand van de bijdragen van deze groepen in de financie
ring van land- en tuinbouw in het verleden en in het heden, zal het
mogelijk moeten zijn, rekening houdende met veranderde omstan
digheden en met ontwikkelingen, die kunnen worden verwacht, een
begroting op te stellen van het te verwachten aanbod van finan
cieringsmiddelen. Aangenomen mag worden, dat hierbij onder
scheid zal worden gemaakt tussen credietverschaffing op korte ter
mijn of in lopende rekening bij wijze van bedrijfscrediet, op middel
lange termijn en op lange termijn.
Aldus zou een algemeen economisch of macro-economisch on
derzoek kunnen worden ingesteld naar de vraag en het aanbod van
financieringsmiddelen in de landbouw in de komende 10 jaar.
Daarnaast zal het in te stellen onderzoek bedrijfs-economisch of
micro-economisch dienen te worden gericht. Dit bedrijfs-econo
misch onderzoek zal moeten betreffen de financiële positie van
land- en tuinbouw. Daarbij komt de vraag aan de orde, in welke
mate door verscheidene categorieën van land- en tuinbouwbedrij
ven vreemd vermogen is opgenomen en door wie dit is verstrekt.
Ook zal onderzocht moeten worden, of de landbouwbedrijven
in hun onderscheiden verschijningsvormen kunnen voldoen aan de
voorwaarden, waaronder financieringsmiddelen door de land-
bouwcredietinstellingen en andere credietverschaffers aan de land
bouw worden aangeboden. De zekerheden, die worden gevraagd,
komen daarbij aan de orde, evenals de rente en aflossingsvoor-
waarden. Daarbij zal de vraag moeten worden onderzocht, of de
landbouwbedrijven aan deze eisen kunnen voldoen. Wat betreft
de organisatie van de landbouwcredietinstellingen zal met name
moeten worden nagegaan, of de organisatie daarvan eventueel zoda
nige gebreken vertoont, dat het vragen van credieten en voorschot
ten daarop zou kunnen afstuiten. Het onderzoek naar de financiële
positie van de landbouw zal worden verricht door het Landbouw-
Economisch Instituut in samenwerking met de landbouw-boek-
houdbureaux; het onderzoek naar de organisatie van het landbouw
crediet zou kunnen berusten op een opinie-peiling bij een groot
aantal personen, die bekend zijn met de toestanden in land- en
tuinbouw.