Het wil ons voorkomen, dat dit met geringe moeite kan worden
bereikt.
Immers, in tal van gemeenten bestaan er meer persoonlijke rela
ties tussen de beheerders van onze boerenleenbanken en het ge
meentebestuur. Deze relaties en de daaruit voortvloeiende contacten
zullen er ongetwijfeld toe kunnen bijdragen, dat de plaatselijke
Boerenleenbank tijdig op de hoogte is van eventuele plannen van
het gemeentebestuur m.b.t. het invoeren van een spaarregeling.
Aansluitend zal het dan weinig moeite kosten ook de Boerenleen
bank voor de uitvoering te doen inschakelen.
Wij willen hierbij nog eens in het bijzonder onder de aandacht
brengen, dat het sparen door werknemers via de onderneming
(resp. gemeente of provincie) een voor onze boerenleenbank-orga
nisatie zeer belangrijke vorm van sparen is. Want hoewel enerzijds
met voldoening mag worden vastgesteld, dat gedurende de laatste
jaren steeds meer spaargelden van arbeiders en ambtenaren de weg
naar de boerenleenbanken hebben gevonden, is het anderzijds on
miskenbaar, dat nog honderdduizenden uit de werknemerscategorie
voor de boerenleenbank als „Spaarbank voor iedereen" te winnen
zijn. Het is evident, dat een op ruime schaal aantrekken van deze
potentiële spaarders een winst betekent van relaties, die alhoewel,
gelet op de grootte van de door hen gespaarde bedragen, wellicht
niet op korte termijn zeker op langere termijn een belangrijke en
steeds groeiende bron van financieringsmiddelen zullen vormen.
Wij hebben hierbij overigens niet alleen het oog op de werknemers
zelf maar ook en vooral op hun huisgenoten.
Bij deze overwegingen laten wij ons mede leiden door de tot nu
toe met deze spaarvorm opgedane ervaringen. In tal van gevallen is
n.1. reeds gebleken, dat de totstandkoming van een gepremieerde
spaarregeling de aanloop was tot volhardend sparen door werkne
mers, die voordien meenden niet over voldoende spaarcapaciteit te
beschikken. Het gemak, waarmede zij via de onderneming sparen en
vooral de spaarpremie van de werkgever vormden de stimulans om
er aan mee te doen. Eenmaal ermee begonnen vonden velen in het
op hun bedrijfsspaarrekening steeds groeiende spaartegoed de extra
prikkel MEER te gaan sparen dan het reglement van de spaarrege
ling hun via de onderneming toestond. Dit meerdere werd dan op
een „gewoon" spaarboekje rechtstreeks bij de boerenleenbank ge
stort.
2o66