ter incasso aan een bank moet worden overgedragen. Immers de cheque en het cheque-bedrag moeten daarbij de dubbele afstand afleggen van een giro, hetgeen uiteraard meer tijd kost. Het verschil tussen een cheque en een giro-opdracht is, dat laatstgenoemde rechtstreeks door de rekeninghouder-schuldenaar naar zijn bankre latie wordt gezonden en de cheque, die in wezen toch ook een beta lingsopdracht is, via de schuldeiser de bank bereikt, die de betalings opdracht moet uitvoeren. Indien blijkt, dat op de dag waarop de cheque wordt ontvangen door de bank, waarop zij getrokken is, het saldo van de trekker niet toereikend is om de cheque te honoreren, zal de overmaking van het cheque-bedrag niet kunnen plaats vinden. Allereerst zal de bank aan de rekeninghouder mededelen, dat zij een door hem getrokken che que heeft ontvangen en wegens te weinig saldo niet tot uitbetaling kan overgaan. Kan de rekeninghouder niet onmiddellijk zorgen voor zodanige aanvulling van het saldo zijner rekening, dat door de bank terstond tot honorering kan worden overgegaan, dan moet de cheque worden teruggezonden langs dezelfde weg als waarlangs zij gekomen is, zodat de begunstigde uiteindelijk bericht ontvangt, dat de cheque niet gehonoreerd is kunnen worden. Het behoeft geen betoog dat de banken ook terzake van het che que-incasso aan hun cliënten de grootst mogelijke service willen bieden. Daarbij zijn zij echter wederzijds op elkander aangewezen, hetgeen geleid heeft tot bepaalde afspraken, waarvan wel de voor naamste is, dat een ter incasso gezonden cheque terstond wordt afgedekt, hetzij door overmaking van de tegenwaarde, hetzij door terugzending van de cheque, als deze niet gehonoreerd kan worden, zodat de bank die de cheque van haar cliënt ter incasso ontving uiterlijk binnen 4 dagen kan weten of de cheque al dan niet is geho noreerd. Met bovenstaande schets hebben wij getracht een zo duidelijk mogelijk beeld te geven van de praktijk van het cheque-incasso en hopen dat dit verhelderend zal werken bij het kennisnemen van de aanwijzingen terzake van het cheque-incasso door de aangesloten Boerenleenbanken, waarover wij in een volgend artikel willen schrijven. 2064 1

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 24