2063 rekening-courantverhouding hebben. Is dit niet het geval dan zal de incasserende bank de cheque endosseren en ter incasso zenden aan een bank, waarvan zij weet of kan aannemen, dat deze wel een rekening-courantverhouding heeft met de bank waarop de cheque getrokken is. De ter incasso ingeschakelde bank zal de cheque op haar beurt endosseren en ter incasso zenden aan de bank waarop de cheque getrokken is. Ook wordt de cheque door de incasserende bank wel geendosseerd en ter incasso doorgezonden naar een bank in de plaats waar de bank, waarop de cheque getrokken is, is geves tigd, waarna de cheque eventueel in contanten wordt geïncasseerd en de tegenwaarde wordt overgemaakt. Op de rugzijde van de cheque kunnen dus meer dan twee endos sementen voorkomen, die echter alle op elkander moeten aansluiten en een ononderbroken keten moeten vormen tussen de op de voor zijde van de cheque genoemde begunstigde en de bank waarop de cheque getrokken is. Het laatste endossement moet altijd inhouden de overdracht aan de bank waarop de cheque getrokken is. De bank, waarop de cheque getrokken is, zal, als het saldo van de trekker voldoende is, deze laatste voor het cheque-bedrag belasten en moet dit bedrag overmaken aan de bank die het laatste endosse ment op de cheque heeft geplaatst. Deze stuurt het bedrag door naar de bank, die het voorlaatste endossement heeft gesteld, enz. totdat het bedrag ontvangen wordt door de bank, die de cheque het eerst ter incasso heeft ontvangen. Zelfs al zou de bank waarop de cheque getrokken is, kans zien de tegenwaarde van de cheque langs kortere weg naar de bank, die de cheque het eerst ter incasso ont ving, over te maken, dan kan zij dit niet doen, omdat dan bij de andere ingeschakelde banken in de administratie een niet afgereken de cheque blijft openstaan. Daarenboven bestaat de mogelijkheid, dat een der ingeschakelde banken, om een of andere reden, de tegenwaarde reeds heeft afgerekend en het bedrag dus niet verder mag gaan dan tot deze bank. Uit het vorenstaande zal duidelijk geworden zijn, dat de cheque op weg naar de bank waarop zij getrokken is de route volgt, die de tegenwaarde, dus het geldbedrag, daarna, maar dan in tegenoverge stelde richting moet volgen, en dat dus in de praktijk de cheque niet het snelste medium is om een schuld te vereffenen, als debiteur en crediteur op grote afstand van elkaar wonen en derhalve de cheque

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 23