Het zelf incasseren van een cheque kan echter bezwaarlijk zijn
als de cheque getrokken is op een bank, die niet gevestigd is in de
woonplaats van de houder. Alsdan zal de houder de cheque ter in
casso geven aan de bank waar hij rekeninghouder is of, als hij geen
bankrelatie heeft, bij een willekeurige bank in zijn woonplaats.
Daarmede zijn wij dan aangeland bij het eigenlijke onderwerp van
dit artikel, namelijk het cheque-incasso.
Wordt bij een bank een cheque ter incasso aangeboden, dan
wordt deze cheque als regel niet direct gehonoreerd. De bank zal
zich eerst ervan willen overtuigen of de trekker van de cheque op
zijn bank over voldoende saldo beschikt om de cheque te honore
ren. In de meeste gevallen betaalt de incasserende bank de tegen
waarde uit, nadat zij het bedrag heeft ontvangen.
Het komt voor, dat de houder van de cheque aan de bank ver
zoekt om op zijn kosten telefonisch te informeren of er voldoende
saldo is en als dit het geval blijkt te zijn, gaat de bank wel eens over
tot het uitbetalen van het cheque-bedrag. Steeds moet de bank, die
de cheque uitbetaalt, er zich echter van bewust zijn, dat op het tijd
stip dat de cheque door de bank, waarop zij getrokken is, wordt
ontvangen, de trekker mogelijk aldaar niet meer over voldoende
saldo beschikt, zodat niet tot honorering kan worden overgegaan.
Vandaar dat de banken tot het nemen van telefonische informatie
als regel alleen overgaan, als het betreft cheques ter incasso aange
boden door eigen cliënten, die alsdan onder voorbehoud in reke
ning-courant worden gecrediteerd.
De incasso van cheques is alleen mogelijk als overdracht plaats
vindt door middel van het zogenaamde endossement op de rugzijde
van de cheque. Dit houdt verband met het feit, dat alleen degene,
die volgens de cheque de houder is, deze kan verzilveren. Allereerst
zal dus de aanbieder de cheque moeten endosseren aan de bank die
voor incasso zorgt. In het gunstigste geval endosseert en verzendt
de incasserende bank de cheque aan de bank waarop deze getrokken
is, welke na ontvangst de rekeninghouder, die de cheque getrokken
heeft, belast en het bedrag overmaakt aan de incasserende bank.
Gezegd werd, in het gunstigste geval, want dit rechtstreekse en
dossement is in het algemeen alleen mogelijk, als de incasserende
bank en de bank, waarop de cheque getrokken is, met elkander een
20Ó2