Boemt&m/mtÈ -pra&tijfl /iM*** KNAP WERK! In de middag van 2 januari 1959 kwam de kassier van een der boerenleenbanken als eerste zijn balans 1958 bij onze Centrale Bank inleveren! Dat wij hiervan te dezer plaatse gewag maken is niet, omdat wij voor de volgende jaren een wedstrijd willen organiseren of omdat wij de kassiers, die later klaar kwamen, als minder goede kassiers zouden willen beschouwen, maar omdat wij de aandacht willen vestigen op dat, wat wel het meest de doorslag zal hebben gegeven bij dit vlotte werk. Het betreft hier een boerenleenbank met meer dan 3000 spaarboekjes, die elke dag geopend is, met een zeer druk kasverkeer en slechts één assistent. Onze vraag aan de kassier was: hoe hebt gij dit zó vlug kunnen klaar krijgen? Sluit alles? Het antwoord luidde: alles klopt op de cent af, we hebben de laatste dagen geweldig hard gewerkt en de medewerking van onze spaarders kunnen krijgen, dat wij oudejaarsdag en de dag daarvóór konden sluiten, maarer gaat ook 's avonds nooit een kaart terug in de bak zonder dat de rente over de mutatiepost is bijgerekend. Wij zijn ervan overtuigd, dat verschillende boerenleenbanken de ze werkwijze toepassen, maar voor hen, die op dit punt de aanwij zingen van de Centrale Bank niet volgden, ligt hier het bewijs, dat een der belangrijkste maatregelen, die men moet nemen om vlot tot tijdige afsluiting te kunnen komen, is het dagelijks bijhouden van de renteberekening en natuurlijk het dagelijks controleren van de mu taties en het dagelijks oplossen van eventuele verschillen. Dit laatste is te bereiken door dagelijks na sluiting van de kas het dagboek bij te tellen, de kas te controleren en vanaf de rekeningkaarten, waarop die dag mutaties hebben plaats gehad, na te gaan of de posten allen juist in het dagboek zijn opgenomen. Er zijn vele boerenleenbanken, die dit reeds doen, intussen het blijft knap werk van de kassier van de plaatselijke Boerenleenbank Gestel-Eindhoven

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 20