2°55 vindt op dit terrein althans overleg en een redelijke mate van coördinatie plaats, zodat de toepassing en uitvoering van het E.E.G.-verdrag door deze handelsverdragen niet worden door kruist? worden op deze wijze de ruimere afzetmogelijkheden, welke Ne derland juist voor agrarische produkten op de andere E.E.G.- markten verwacht en verlangt, al dan niet aanmerkelijk inge perkt? gaan Denemarken en b.v. Italië (Denemarken wil wel) ook zo'n langlopend handelsverdrag afsluiten en welke consequenties vloei en hieruit voor de Nederlandse landbouw voort? Wij zijn van mening, dat niet aanvaard zou kunnen worden, dat de preferentie, welke door de doorvoering van het euromarkt-ver- drag geleidelijk voor de E.E.G.-landen op elkanders markten moet ontstaan, in de praktijk goeddeels zou worden teniet gedaan door afspraken, handelsverdragen, contracten enz. van een of meerdere euromarkt-landen met landen buiten de E.E.G. Het gaat niet aan, dat de Nederlandse land- en tuinbouw wel alle bezwaren en offers, welke uit het verdrag van Rome voortvloeien, zou moeten aanvaar den, maar niet de voordelen zou kunnen plukken, welke het verdrag voor hem zou moeten meebrengen. Wij hopen dan ook, dat de E.E.G.-organen, en met name de Europese Commissie, op dit ter rein zeer werkzaam en actief zullen zijn. Dat Denemarken met alle mogelijke kracht streeft naar het ver krijgen van meer zekerheid voor zijn agrarische export, is zeer begrijpelijk, vooral nu de euromarkt (waaraan Denemarken niet deelneemt) begint te werken en de besprekingen omtrent een Euro pese vrijhandelszone nog steeds niet tot resultaten hebben geleid. Denemarken is, vooral wat veehouderijprodukten betreft, nog meer dan ons land op uitvoer aangewezen; dit wordt goeddeels veroor zaakt door het betrekkelijk geringe aantal inwoners in Denemarken. Zo voerde dit land in 1957-58 ongeveer 2/3 van zijn boterpro- duktie uit, van kaas ook ongeveer 2/3 van zijn produktie, van eieren rond 75%, van varkensvlees 65 a 70 en van rundvlees rond 60%. Een groot deel van deze export is gericht op Engeland, maar sedert enige jaren is de West-Duitse (en ook de Italiaanse) markt voor Denemarken steeds belangrijker geworden. De Deense landbouw is dan ook buitengewoon bevreesd voor de gevolgen van het E.E.G.-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1959 | | pagina 15